Summary
Dutch to German: more detail...
- oppeuzelen:
-
Wiktionary:
- oppeuzelen → aufknabbern, verputzen, verspeisen
Dutch
Detailed Translations for oppeuzelen from Dutch to German
oppeuzelen:
-
oppeuzelen (opvreten)
-
oppeuzelen (nuttigen; eten; consumeren; gebruiken; opeten; verorberen; tot zich nemen)
essen; konsumieren; gebrauchen; speisen; aufessen; aufzehren; verzehren; zu sich nehmen; aufknabbern-
zu sich nehmen verbe
-
aufknabbern verbe (knabbere auf, knabberst auf, knabbert auf, knabberte auf, knabbertet auf, aufgeknabbert)
-
oppeuzelen (verslinden; opvreten; verzwelgen)
fressen; auffressen; genießen; futtern; einreißen; aufessen; bunkern; hinunterschlucken; hinunterschlingen-
hinunterschlucken verbe (schlucke hinunter, schluckst hinunter, schluckt hinunter, schluckte hinunter, schlucktet hinunter, hinuntergeschluckt)
-
hinunterschlingen verbe (schlinge hinunter, schlingst hinunter, schlingt hinunter, schlang hinunter, schlangt hinunter, hinuntergeschlungen)
Conjugations for oppeuzelen:
o.t.t.
- peuzel op
- peuzelt op
- peuzelt op
- peuzelen op
- peuzelen op
- peuzelen op
o.v.t.
- peuzelde op
- peuzelde op
- peuzelde op
- peuzelden op
- peuzelden op
- peuzelden op
v.t.t.
- heb opgepeuzeld
- hebt opgepeuzeld
- heeft opgepeuzeld
- hebben opgepeuzeld
- hebben opgepeuzeld
- hebben opgepeuzeld
v.v.t.
- had opgepeuzeld
- had opgepeuzeld
- had opgepeuzeld
- hadden opgepeuzeld
- hadden opgepeuzeld
- hadden opgepeuzeld
o.t.t.t.
- zal oppeuzelen
- zult oppeuzelen
- zal oppeuzelen
- zullen oppeuzelen
- zullen oppeuzelen
- zullen oppeuzelen
o.v.t.t.
- zou oppeuzelen
- zou oppeuzelen
- zou oppeuzelen
- zouden oppeuzelen
- zouden oppeuzelen
- zouden oppeuzelen
en verder
- is opgepeuzeld
- zijn opgepeuzeld
diversen
- peuzel op!
- peuzelt op!
- opgepeuzeld
- oppeuzelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for oppeuzelen:
Wiktionary Translations for oppeuzelen:
oppeuzelen
verb
-
met genoegen opeten
- oppeuzelen → aufknabbern; verputzen; verspeisen