Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. temperament:
  2. Wiktionary:
German to Dutch:   more detail...
  1. Temperament:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for temperament from Dutch to German

temperament:

temperament [het ~] nom

  1. het temperament (vurigheid)
    Temprament; die Lebhaftigkeit; die Feurigkeit
  2. het temperament (inborst; gemoedsgesteldheid; gemoedsaard)
    der Charakter; Temperament; die Natur; Wesen; die Art; Gemüt; die Gemütsart; die Sinnesart

Translation Matrix for temperament:

NounRelated TranslationsOther Translations
Art gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; inborst; temperament aard; geaardheid; gemoed; genre; gesteldheid; handelwijze; hoedanigheid; inborst; inslag; karakter; kwaliteit; manier; mentaliteit; methode; natuur; procedure; ras; slag; soort; stam; trant; type; volksstam; wijs; wijze
Charakter gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; inborst; temperament aard; geaardheden; geaardheid; gemoed; inborst; inborsten; inslag; karakter; karakters; letters; mentaliteit; natuur; persoonlijkheid
Feurigkeit temperament; vurigheid aandrift; daadkracht; energie; esprit; fut; kracht; momentum; puf; werklust
Gemüt gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; inborst; temperament aanvoelen; aard; feeling; geaardheid; gemoed; gevoel; inborst; inslag; karakter; mentaliteit; natuur
Gemütsart gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; inborst; temperament
Lebhaftigkeit temperament; vurigheid beroering; beweeglijkheid; blijheid; blijmoedigheid; drukte; geraas; heibel; heksenketel; jolijt; jool; keet; lawaai; leven; levendigheid; lol; opgewektheid; opschudding; pandemonium; plezier; pretmakerij; rumoer; tumult; vrolijkheid
Natur gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; inborst; temperament aard; geaardheid; gemoed; inborst; inslag; karakter; mentaliteit; natuur
Sinnesart gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; inborst; temperament confessie; geloof; geloofsovertuiging; gezindheid; gezindte
Temperament gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; inborst; temperament
Temprament temperament; vurigheid
Wesen gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; inborst; temperament aard; essentie; figuur; geaardheid; gemoed; iemand; inborst; individu; inslag; karakter; kern; mens; mensenkind; mentaliteit; midden; natuur; personage; persoon; sterveling; wezen

Related Words for "temperament":

  • temperamenten

Wiktionary Translations for temperament:


Cross Translation:
FromToVia
temperament Temperament; Charakter; Veranlagung temperament — a person's normal manner of thinking, behaving or reacting
temperament Temperament temperament — a tendency to become irritable or angry



German

Detailed Translations for temperament from German to Dutch

Temperament:

Temperament [das ~] nom

  1. Temperament (Charakter; Natur; Wesen; )
    de gemoedsgesteldheid; het temperament; de inborst; gemoedsaard

Translation Matrix for Temperament:

NounRelated TranslationsOther Translations
gemoedsaard Art; Charakter; Gemüt; Gemütsart; Natur; Sinnesart; Temperament; Wesen
gemoedsgesteldheid Art; Charakter; Gemüt; Gemütsart; Natur; Sinnesart; Temperament; Wesen Geistesverfassung; Gemutszustand; Gemütslage; Gemütszustand; Laune
inborst Art; Charakter; Gemüt; Gemütsart; Natur; Sinnesart; Temperament; Wesen Art; Charakter; Gemüt; Gesinnung; Natur; Neigung; Seele; Tendenz; Wesen
temperament Art; Charakter; Gemüt; Gemütsart; Natur; Sinnesart; Temperament; Wesen Feurigkeit; Lebhaftigkeit; Temprament

Synonyms for "Temperament":


Wiktionary Translations for Temperament:


Cross Translation:
FromToVia
Temperament temperament temperament — a person's normal manner of thinking, behaving or reacting
Temperament temperament temperament — a tendency to become irritable or angry