Summary
Dutch to German: more detail...
- bijwerk:
- bijwerken:
-
Wiktionary:
- bijwerk → Anhang, Beigabe, Zugabe, Dazugehöriges, Anhängsel, Appendix, Beilage, Supplement, Zusatz, Zuschlag, Zuschuß, Hinzufügung, Beifügung
- bijwerken → aktualisieren, frisieren, feilen
- bijwerken → aktualisieren, ausfüllen, erfüllen, vervollständigen
Dutch
Detailed Translations for bijwerk from Dutch to German
bijwerk:
-
het bijwerk
die Nebenarbeit
Translation Matrix for bijwerk:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Nebenarbeit | bijwerk | bijbaantje |
Related Words for "bijwerk":
Wiktionary Translations for bijwerk:
bijwerken:
-
bijwerken (updaten)
-
bijwerken (retoucheren)
retuschieren; frisieren-
retuschieren verbe (retuschiere, retuschierst, retuschiert, retuschierte, retuschiertet, retuschiert)
-
-
bijwerken (verbeteren; corrigeren; herstellen; goedmaken; beteren; repareren; herzien; renoveren)
korrigieren; verbessern; bessern; ergänzen; aufbessern; ausbessern; erneuern; vervollkommnen; ausbauen; berichtigen; abhelfen; renovieren-
aufbessern verbe (bessere auf, besserst auf, bessert auf, besserte auf, bessertet auf, aufgebessert)
-
ausbessern verbe (bessere aus, besserst aus, bessert aus, besserte aus, bessertet aus, ausgebessert)
-
vervollkommnen verbe (vervollkomme, vervollkommst, vervollkommt, vervollkam, vervollkamt, vervollkommen)
-
bijwerken
aktualisieren-
aktualisieren verbe
-
Conjugations for bijwerken:
o.t.t.
- werk bij
- werkt bij
- werkt bij
- werken bij
- werken bij
- werken bij
o.v.t.
- werkte bij
- werkte bij
- werkte bij
- werkten bij
- werkten bij
- werkten bij
v.t.t.
- heb bijgewerkt
- hebt bijgewerkt
- heeft bijgewerkt
- hebben bijgewerkt
- hebben bijgewerkt
- hebben bijgewerkt
v.v.t.
- had bijgewerkt
- had bijgewerkt
- had bijgewerkt
- hadden bijgewerkt
- hadden bijgewerkt
- hadden bijgewerkt
o.t.t.t.
- zal bijwerken
- zult bijwerken
- zal bijwerken
- zullen bijwerken
- zullen bijwerken
- zullen bijwerken
o.v.t.t.
- zou bijwerken
- zou bijwerken
- zou bijwerken
- zouden bijwerken
- zouden bijwerken
- zouden bijwerken
diversen
- werk bij!
- werkt bij!
- bijgewerkt
- bijwerkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for bijwerken:
Related Words for "bijwerken":
Wiktionary Translations for bijwerken:
bijwerken
Cross Translation:
verb
bijwerken
-
(overgankelijk) zorgen dat alle veranderingen die inmiddels nodig geworden waren doorgevoerd zijn
- bijwerken → aktualisieren
verb
-
Urkunden oder Nachrichten für seine Zwecke verändern bzw. verfälschen
-
einen Text oder eine Formulierung verfeinern, bearbeiten
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bijwerken | → aktualisieren | ↔ update — to make something up to date |
• bijwerken | → ausfüllen; erfüllen; vervollständigen | ↔ compléter — rendre complet. |