Summary
Dutch to German: more detail...
- gestorven:
- sterven:
-
Wiktionary:
- gestorven → gestorben, tot
- sterven → sterben
- sterven → umkommen, sterben, versterben, ums Leben kommen, verenden
Dutch
Detailed Translations for gestorven from Dutch to German
gestorven:
-
gestorven (overleden; doodgegaan; dood; heengegaan; afgestorven)
Translation Matrix for gestorven:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
gestorben | afgestorven; dood; doodgegaan; gestorven; heengegaan; overleden | |
tot | afgestorven; dood; doodgegaan; gestorven; heengegaan; overleden | |
verstorben | afgestorven; dood; doodgegaan; gestorven; heengegaan; overleden |
Related Words for "gestorven":
sterven:
-
sterven (doodgaan; overlijden; vallen; bezwijken; omkomen; sneuvelen; heengaan; wegvallen; inslapen)
sterben; umkommen; entschlafen; im Sterben liegen; zugrunde gehen-
im Sterben liegen verbe
-
zugrunde gehen verbe (gehe zugrunde, gehst zugrunde, geht zugrunde, gang zugrunde, ganget zugrunde, zugrunde gegangen)
-
sterven (doodgaan; overlijden; kapotgaan; omkomen)
sterben; umkommen; entschlafen; verscheiden; hinscheiden; dahingehen-
hinscheiden verbe (scheide hin, scheidest hin, scheidet hin, scheidete hin, scheidetet hin, hingescheidet)
-
sterven (overlijden; doodgaan; heengaan; inslapen; ontslapen; verscheiden)
– doodgaan 1sterben; hingehen; einschlummern; verscheiden; versterben; hinscheiden; einschlafen; erliegen; abkratzen; entschlafen; dahingehen; fortgehen-
einschlummern verbe (schlummere ein, schlummerst ein, schlummert ein, schlummerte ein, schlummertet ein, eingeschlummert)
-
hinscheiden verbe (scheide hin, scheidest hin, scheidet hin, scheidete hin, scheidetet hin, hingescheidet)
-
einschlafen verbe (schlafe ein, schläfst ein, schläft ein, schlief ein, schlieft ein, eingeschlafen)
-
sterven (uitsterven; ophouden; afsterven)
Conjugations for sterven:
o.t.t.
- sterf
- sterft
- sterft
- sterven
- sterven
- sterven
o.v.t.
- stierf
- stierf
- stierf
- stierven
- stierven
- stierven
v.t.t.
- ben gestorven
- bent gestorven
- is gestorven
- zijn gestorven
- zijn gestorven
- zijn gestorven
v.v.t.
- was gestorven
- was gestorven
- was gestorven
- waren gestorven
- waren gestorven
- waren gestorven
o.t.t.t.
- zal sterven
- zult sterven
- zal sterven
- zullen sterven
- zullen sterven
- zullen sterven
o.v.t.t.
- zou sterven
- zou sterven
- zou sterven
- zouden sterven
- zouden sterven
- zouden sterven
diversen
- sterf!
- sterft!
- gestorven
- stervend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for sterven:
Synonyms for "sterven":
Related Definitions for "sterven":
Wiktionary Translations for sterven:
sterven
Cross Translation:
verb
sterven
-
overgaan van levende toestand naar dode toestand
- sterven → sterben
verb
-
intransitiv: von Lebewesen: aufhören zu leben
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• sterven | → umkommen; sterben; versterben | ↔ die — to stop living |
• sterven | → umkommen; ums Leben kommen; verenden | ↔ perish — die |
• sterven | → sterben | ↔ décéder — admin|fr mourir, parler des personnes. |
• sterven | → sterben | ↔ mourir — Cesser de vivre. |