Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Search: nieuweling

Dutch and German Search Results for: nieuweling

Summary

Dutch to German: more detail...

nieuweling:
- Neuling; Neuankömmling
Wiktionary:
- nieuweling → Novize, Dilettant
- nieuweling → Grünschnabel, Neuling, Anfänger

Dutch

Detailed Translations for nieuweling from Dutch to German

nieuweling:

nieuweling [de ~ (m)] nom

de nieuweling (nieuwkomer)
der Neuling; der Neuankömmling
- Neuling [der ~] nom
- Neuankömmling [der ~] nom

Translation Matrix for nieuweling:

Noun	Related Translations	Other Translations
Neuankömmling	nieuweling; nieuwkomer	groentje; nieuwkomer
Neuling	nieuweling; nieuwkomer	eerstejaars; eerstejaars student; foet; groentje; nieuwkomer

Related Words for "nieuweling":

nieuwelingen

Wiktionary Translations for nieuweling:

nieuweling

noun

übertragen: Person, die neu in einem bestimmten Gebiet ist und noch keine besonderen Erfahrungen gesammelt hat
- Novize → nieuweling
Liebhaber von etwas ohne professionelle Kenntnisse (heute meist abwertend gebraucht)
- Dilettant → nieuweling; beginner; dilettant; amateur; beginneling

Cross Translation:

From	To	Via
• nieuweling	→ Grünschnabel	↔ fledgling — inexperienced person
• nieuweling	→ Neuling; Anfänger	↔ newbie — new (inexperienced) user or participant