Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. wegbergen:
  2. Wiktionary:
German to Dutch:   more detail...
  1. wegbergen:


Dutch

Detailed Translations for wegbergen from Dutch to German

wegbergen:

wegbergen verbe (berg weg, bergt weg, borg weg, borgen weg, weggeborgen)

  1. wegbergen (wegsluiten; opbergen)
    weglegen; wegschließen; wegräumen
    • weglegen verbe (lege weg, legst weg, legt weg, legte weg, legtet weg, weggelegt)
    • wegschließen verbe (schließe weg, schließt weg, schloß weg, schloßt weg, weggeschlossen)
    • wegräumen verbe (räume weg, räumst weg, räumt weg, räumte weg, räumtet weg, weggeräumt)
  2. wegbergen (opbergen)
    aufräumen; wegräumen
    • aufräumen verbe (räume auf, räumst auf, räumt auf, räumte auf, räumtet auf, aufgeräumt)
    • wegräumen verbe (räume weg, räumst weg, räumt weg, räumte weg, räumtet weg, weggeräumt)

Conjugations for wegbergen:

o.t.t.
  1. berg weg
  2. bergt weg
  3. bergt weg
  4. bergen weg
  5. bergen weg
  6. bergen weg
o.v.t.
  1. borg weg
  2. borg weg
  3. borg weg
  4. borgen weg
  5. borgen weg
  6. borgen weg
v.t.t.
  1. heb weggeborgen
  2. hebt weggeborgen
  3. heeft weggeborgen
  4. hebben weggeborgen
  5. hebben weggeborgen
  6. hebben weggeborgen
v.v.t.
  1. had weggeborgen
  2. had weggeborgen
  3. had weggeborgen
  4. hadden weggeborgen
  5. hadden weggeborgen
  6. hadden weggeborgen
o.t.t.t.
  1. zal wegbergen
  2. zult wegbergen
  3. zal wegbergen
  4. zullen wegbergen
  5. zullen wegbergen
  6. zullen wegbergen
o.v.t.t.
  1. zou wegbergen
  2. zou wegbergen
  3. zou wegbergen
  4. zouden wegbergen
  5. zouden wegbergen
  6. zouden wegbergen
diversen
  1. berg weg!
  2. bergt weg!
  3. weggeborgen
  4. wegbergend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for wegbergen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
aufräumen opbergen; wegbergen afdekken; afruimen; bergen; opruimen; opschonen; reinigen; schoonmaken; schoonpoetsen; zuiveren
weglegen opbergen; wegbergen; wegsluiten bergen; bewaren; opruimen; opzij leggen; wegzetten
wegräumen opbergen; wegbergen; wegsluiten afdekken; afruimen; bergen; demonteren; ontmantelen; onttakelen; opruimen; uit elkaar halen; uit elkaar nemen; uiteen nemen
wegschließen opbergen; wegbergen; wegsluiten

Wiktionary Translations for wegbergen:


Cross Translation:
FromToVia
wegbergen einschließen; spannen; klemmen; pressen; zwängen; zusammendrücken; kondensieren; komprimieren serrer — Renfermer, ranger, mettre en lieu sûr, à l’abri. (Sens général).