Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Search: bij-

Dutch and German Search Results for: bij-

Summary

Dutch to German: more detail...

bij:
- an; dazu
- bei; via; zum; zur; nächst
- Biene; Honigbiene
Wiktionary:
- bij- → akzessorisch, zugehörig, dazugehörig, hinzutretend, zusätzlich, nebensächlich, nebengeordnet, minder wichtig, Zusatz-, Neben-, Bei-
- bij → Biene, Imme
- bij → bei, an, auf, in, Imme, Biene, dazugehören, Honigbiene, nah, mit, aktuell, à jour

Dutch

Detailed Translations for bij- from Dutch to German

bij:

bij adj

bij (erbij; erop)
an; dazu
- an adj
- dazu adj

bij

bij (ter; via; te)
bei; via; zum; zur; nächst
- bei
- via
- zum
- zur
- nächst

bij [de ~] nom

de bij (honingbij)
die Biene; die Honigbiene
- Biene [die ~] nom
- Honigbiene [die ~] nom

Translation Matrix for bij:

Noun	Related Translations	Other Translations
Biene	bij; honingbij
Honigbiene	bij; honingbij
Other	Related Translations	Other Translations
bei	bij; te; ter; via
nächst	bij; te; ter; via
via	bij; te; ter; via
zum	bij; te; ter; via
zur	bij; te; ter; via
Modifier	Related Translations	Other Translations
an	bij; erbij; erop	aan; bij de
bei		bij de; bij deze; hierbij; hiermee; met dit; waarbij
dazu	bij; erbij; erop	daaraantoe; daartoe; daarvoor; dat is nog tot daar aan toe; ertoe; ervoor; voor
nächst		aankomend; aanstaand; toekomend; toekomstig; toekomstige
via		over dit
zum		bij de
zur		bij de; ergens naartoe; naar

Related Words for "bij":

bijen

Related Definitions for "bij":

bij kennis, wakker¹
- na de operatie was hij al snel weer bij¹
in de buurt van¹
- zet je schoenen maar bij de kachel¹
insekt dat honing maakt en kan steken¹
- de bijen zwermden om de korf¹
net zover als de anderen¹
- ik ben nog niet bij met m'n huiswerk¹
om aan te geven dat je er was¹
- ik was ook bij het feest¹
om aan te geven dat je iets toevoegt¹
- mag ik er nog wat suiker bij?¹
slim, met een vlug verstand¹
- Iris is goed bij¹

Wiktionary Translations for bij:

bij

noun

Apis mellifica, een benaming voor diverse insecten, in het bijzonder de honingbij
- bij → Biene; Imme

bij

räumlich: in unmittelbarer Nähe
- bei → bij

noun

behaartes, fliegendes Insekt aus der Ordnung der Hautflügler;
- Biene → bij

Cross Translation:

From	To	Via
• bij	→ an; bei; auf; in	↔ at — in or very near a particular place
• bij	→ Imme; Biene	↔ bee — insect
• bij	→ dazugehören	↔ belong — be part of a group
• bij	→ bei	↔ by — near, or next to
• bij	→ Honigbiene	↔ honey bee — bee
• bij	→ nah	↔ near — having a small intervening distance with regard to something
• bij	→ an; bei	↔ on — touching; hanging from
• bij	→ mit	↔ upon — at a prescribed point in time
• bij	→ mit	↔ with — in the company of
• bij	→ mit; bei	↔ with — in support of
• bij	→ Biene	↔ abeille — Insecte à miel
• bij	→ Biene	↔ abeille — Insecte hyménoptère
• bij	→ Biene	↔ abeille à miel — zoologie\|nocat=1 insecte social butineur (Apis mellifera de la famille des Apidés) exploité par l’homme notamment pour son miel et sa cire.
• bij	→ aktuell; à jour	↔ à jour — Correspondant à l’état actuel du savoir, du progrès, aux derniers développements, etc.

Wiktionary Translations for bij-:

Cross Translation:

From	To	Via
• bij-	→ akzessorisch; zugehörig; dazugehörig; hinzutretend; zusätzlich; nebensächlich; nebengeordnet; minder wichtig; Zusatz-; Neben-; Bei-	↔ auxiliaire — à classer

Related Translations for bij-

¹Muiswerk Woordenboek