Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. vierkant:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vierkant from Dutch to German

vierkant:

vierkant adj

  1. vierkant (faliekant; helemaal; volstrekt; hartstikke; finaal)

vierkant [het ~] nom

  1. het vierkant (gelijkzijdige vierhoek)
    Viereck

Translation Matrix for vierkant:

NounRelated TranslationsOther Translations
Viereck gelijkzijdige vierhoek; vierkant carré; ruitje; vierhoek; vierkantje
ModifierRelated TranslationsOther Translations
schief faliekant; finaal; hartstikke; helemaal; vierkant; volstrekt aflopend; dwars; flauw hellend; glooiend; hellend; niet echt; ongepast; onkies; onvertogen; scheef; schuin; schuin aflopend; steil; vals; verkeerd
verkehrt faliekant; finaal; hartstikke; helemaal; vierkant; volstrekt averechts; binnenstebuiten; ernaast; fout; foutief; mis; omgekeerd; ongepast; onjuist; onkies; onvertogen; onwaar; ten onrechte; verkeerd

Related Words for "vierkant":


Related Definitions for "vierkant":

  1. figuur met vier even lange zijden1
    • hij tekende een vierkant1
  2. met vier even lange zijden1
    • het blad van deze tafel is vierkant1
  3. om aan te geven dat je lengte en breedte hebt vermenigvuldigd1
    • de tuin is twintig vierkante meter1

Wiktionary Translations for vierkant:

vierkant
noun
  1. geometrische tweedimensionale vorm, bestaande uit 4 gelijke hoeken van 90 graden en 4 zijden met gelijke lengte
adjective
  1. met de vorm van een vierkant
vierkant
noun
  1. umgangssprachlich: einem Quadrat oder Rechteck ähnliche Form/Figur
  2. Geometrie: Viereck mit einheitlicher Kantenlänge und rechten Winkeln; ein Parallelogramm mit vier rechten Winkeln und vier gleichlangen Seiten

Cross Translation:
FromToVia
vierkant Quadrat square — polygon
vierkant quadratisch square — shaped like a square
vierkant Quadrat carré — Géométrie : figure géométrique plane

Related Translations for vierkant