Noun | Related Translations | Other Translations |
Depression
|
achteruitgang; inzinking
|
depressie; drukminimum; lage luchtdruk; lagedrukgebied; malaise; slapheid; slapte; ziekelijke neerslachtigheid
|
Einsturz
|
achteruitgang; inzinking
|
debacle; het verliezen; ineenstorting; ineenstortingen; ineenzakking; instorting; instortingen; inzakking; verlies
|
Einstürzen
|
achteruitgang; inzinking
|
dood; ineenstorten; ineenstortingen; instorten; instorting; instortingen; neervallen; overlijden; verscheiden
|
Flaute
|
achteruitgang; inzinking
|
windstilte
|
Niedergang
|
achteruitgang; inzinking
|
achteruitgang; decadentie; verval; verwording
|
Rückfall
|
achteruitgang; inzinking
|
recidive; terugval
|
Rückgang
|
achteruitgang; inzinking
|
achteruitgang; afname; afnames; atavisme; bederf; bekorting; besnoeiing; besparing; bezuiniging; daling; inkrimping; kostenbesparing; minder worden; teruggang; terugloop; val; verkorting; vermindering; verrotting; verval; vervallingen
|
Schwäche
|
achteruitgang; inzinking
|
blunder; flater; gebrek; gemis; gevoeligheid; impotentie; krachteloosheid; laksheid; machteloosheid; manco; onmacht; onvermogen; slapheid; slapte; sulligheid; tekortkoming; vatbaarheid; weekheid; zachtheid; zwak punt; zwakheid; zwakte
|
Zusammenbruch
|
achteruitgang; inzinking
|
catastrofe; debacle; ineenstorting; ineenzakking; instorting; inzakking; ondergang; ramp; teloorgang; tenondergang; val
|