Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Search: papier

Dutch and German Search Results for: papier

Summary

Dutch to German: more detail...

papier:
- Dokument; Schriftstück; Beweisstück; Papier
Wiktionary:
- papier → Papier
- papier → Papier, Akt, Akte, Aufzug, Schriftstück, Dokument, Urkunde, Beweisstück, Unterlage

German to Dutch: more detail...

Papier:
- papiertje; blaadje; klein boomblad; papier
Wiktionary:
- Papier → document, papier
- Papier → papier, document, werk, eindwerk, papieren, zakdoek, papieren zakdoekje, tissue, akte, bedrijf, bescheid, schriftuur, stuk

Dutch

Detailed Translations for papier from Dutch to German

papier:

papier [het ~] nom

het papier (bewijsstuk)
Dokument; Schriftstück; Beweisstück
- Dokument [das ~] nom
- Schriftstück [das ~] nom
- Beweisstück [das ~] nom
het papier
Papier
- Papier [das ~] nom

Translation Matrix for papier:

Noun	Related Translations	Other Translations
Beweisstück	bewijsstuk; papier	bewijs; bewijsstuk; blijk; teken
Dokument	bewijsstuk; papier	acte; akte; bericht; bewijsstuk; bul; document; geschreven stuk; geschrevene; geschrift; officieel stuk; schriftuur; script; tekst; universiteitsdiploma
Papier	papier	blaadje; klein boomblad; papiertje
Schriftstück	bewijsstuk; papier	acte; akte; bewijsstuk; document; geschreven stuk; geschrevene; geschrift; officieel stuk; schriftuur; script; tekst

Related Words for "papier":

papieren, papiers, papiertje

Related Definitions for "papier":

dun materiaal om op te schrijven¹
- hij schreef zijn naam op het papier¹

Wiktionary Translations for papier:

papier

noun

een dun vezelachtig beschrijfbaar materiaal
- papier → Papier

papier

noun

dünnes, in Form von Blättern vorliegendes, organisches Material, das in der Regel aus einem geleimten Brei von Pflanzenfasern hergestellt wird und den verschiedensten Zwecken (Beschreiben, Bedrucken, als Verpackungsmaterial, Baustoff u. a. m.) dient
- Papier → papier

Cross Translation:

From	To	Via
• papier	→ Papier	↔ paper — material for writing on
• papier	→ Akt; Akte; Aufzug; Schriftstück; Dokument; Urkunde; Beweisstück; Unterlage; Papier	↔ document — écrit qui sert de preuve ou de renseignement.
• papier	→ Papier	↔ papier — papeterie\|fr Matière faite à partir de la pâte de chiffons ou de fibres végétales étalée en couches minces que l’on fait sécher et qu’on débiter par feuilles pour écrire, imprimer, envelopper, etc.

Related Translations for papier

German

Detailed Translations for papier from German to Dutch

Papier:

Papier [das ~] nom

Papier (Zettelchen; Zettel; Blättchen; Schmierzettel)
het papiertje; het blaadje
- papiertje [het ~] nom
- blaadje [het ~] nom
Papier (Blättchen; Brett; Tablett; Zettelchen)
het blaadje; klein boomblad
- blaadje [het ~] nom
- klein boomblad [znw.] nom
Papier
het papier
- papier [het ~] nom

Translation Matrix for Papier:

Noun	Related Translations	Other Translations
blaadje	Blättchen; Brett; Papier; Schmierzettel; Tablett; Zettel; Zettelchen	Blatt; Zeitschrift
klein boomblad	Blättchen; Brett; Papier; Tablett; Zettelchen
papier	Papier	Beweisstück; Dokument; Schriftstück
papiertje	Blättchen; Papier; Schmierzettel; Zettel; Zettelchen

Synonyms for "Papier":

Anteilschein; Handelspapier; Wertpapier
Blatt; Bogen; Papierblatt; Büroartikel; Schreibwaren

Wiktionary Translations for Papier:

Papier

noun

Schriftstück in kleiner Auflage, meist dünner als ein Buch
- Papier → document
dünnes, in Form von Blättern vorliegendes, organisches Material, das in der Regel aus einem geleimten Brei von Pflanzenfasern hergestellt wird und den verschiedensten Zwecken (Beschreiben, Bedrucken, als Verpackungsmaterial, Baustoff u. a. m.) dient
- Papier → papier

Papier

noun

een dun vezelachtig beschrijfbaar materiaal
- papier → Papier

Cross Translation:

From	To	Via
• Papier	→ papier	↔ paper — material for writing on
• Papier	→ document; werk; eindwerk	↔ paper — written document shorter than a book
• Papier	→ papieren	↔ paper — made of paper
• Papier	→ zakdoek; papieren zakdoekje; tissue	↔ tissue — sheet of absorbent paper
• Papier	→ akte; document; bedrijf; bescheid; papier; schriftuur; stuk	↔ document — écrit qui sert de preuve ou de renseignement.
• Papier	→ papier	↔ papier — papeterie\|fr Matière faite à partir de la pâte de chiffons ou de fibres végétales étalée en couches minces que l’on fait sécher et qu’on débiter par feuilles pour écrire, imprimer, envelopper, etc.

Related Translations for papier

¹Muiswerk Woordenboek