Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Search: stand

Dutch and German Search Results for: stand

Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. stand:
  2. Wiktionary:
German to Dutch:   more detail...
  1. Stand:
  2. vor Gericht stehen:
  3. stehen:
  4. Wiktionary:

Dutch

Detailed Translations for stand from Dutch to German

stand:

stand [de ~ (m)] nom

  1. de stand (kraam; stalletje)
    der Stand; der Ausstellungsstand; die Verkaufsbude; die Bude
  2. de stand (maatschappelijke klasse; klasse; rang; orde; slag)
    der Klasse; die Gesellschaftsschicht; der Stand; der Rang; der Rangordnung; die Position; die Schicht
  3. de stand (stand op jaarbeurs)
    der Ausstellungsstand; der Stand
  4. de stand (niveau; plan; laag; peil)
    Niveau; die Stufe; der Plan; die Ebene; die Höhe; der Maßstab; der Stock; der Vorsatz; Konzept; Vorhaben; der Entwurf; Stockwerk; die Etage; Kriterium; die Gradation; der Abriß; die Entwürfe; die Skala; die Idee; Projekt
  5. de stand (lichaamshouding; houding; standje; pose)
    die Haltung; die Körperhaltung; die Postur

Translation Matrix for stand:

NounRelated TranslationsOther Translations
Abriß laag; niveau; peil; plan; stand afbraak; demontage; grondplan; ontmanteling; plattegrond; sloop; stadskaart; uiteenname
Ausstellungsstand kraam; stalletje; stand; stand op jaarbeurs kraampje; tent
Bude kraam; stalletje; stand kavalje; kraampje; krot; krotwoning; marktkraam; tent
Ebene laag; niveau; peil; plan; stand bouwterrein; dimensieniveau; gebied; kavel; laag; niveau; oppervlak; oppervlakte; perceel; terrein; vlak; vlakte
Entwurf laag; niveau; peil; plan; stand Concept; concept; klad; kladjes; kladwerk; model; monster; ontwerp; proefje; proefversie; proeve; schets; schetstekening; schrijfsels; specimen; staal; staaltje; tekening; toonbeeld; voorbeeld; voorlopig ontwerp
Entwürfe laag; niveau; peil; plan; stand concept; geestelijke vorming; model; ontplooiing; ontwerp; ontwikkeling; schets; toonbeeld; voorbeeld; voorlopig ontwerp; vooruitgang; vorming
Etage laag; niveau; peil; plan; stand etage; intensivering; verdieping; woonlaag
Gesellschaftsschicht klasse; maatschappelijke klasse; orde; rang; slag; stand categorie; classificatie; klasse; sociale groep
Gradation laag; niveau; peil; plan; stand graad; gradatie; mate; niveau; peil
Haltung houding; lichaamshouding; pose; stand; standje figuur; gedaante; gedrag; gedragswijze; handelwijze; houding; instelling; manier; mentaliteit; optreden; postuur; uiterlijk
Höhe laag; niveau; peil; plan; stand hoogte; hoogtelijn; niveaulijn
Idee laag; niveau; peil; plan; stand begrip; benul; conceptie; denkbeeld; gedachte; idee; kijk; mening; mentale voorstelling; notie; oordeel; opinie; opvatting; visie; zienswijze
Klasse klasse; maatschappelijke klasse; orde; rang; slag; stand aantal personen bijeen; categorie; classificatie; gezelschap; groep; klas; klasse; schooljaar; schoolklas; sociale groep
Konzept laag; niveau; peil; plan; stand concept; klad; kladjes; kladwerk; model; ontwerp; proefversie; schets; schrijfsels; toonbeeld; voorbeeld; voorlopig ontwerp
Kriterium laag; niveau; peil; plan; stand beding; bepaling; beperking; conditie; criterium; eis; kriterium; maatstaf; toetssteen; voorwaarde
Körperhaltung houding; lichaamshouding; pose; stand; standje
Maßstab laag; niveau; peil; plan; stand beding; bepaling; beperking; conditie; criterium; eis; kriterium; maatstaf; toetssteen; voorwaarde
Niveau laag; niveau; peil; plan; stand graad; niveau; peil
Plan laag; niveau; peil; plan; stand kaart; landkaart; opzet; plan; project; schets; schetstekening; tekening; toeleg; voornemen
Position klasse; maatschappelijke klasse; orde; rang; slag; stand Positie; baan; ligging; positie; stand van het lichaam; standpunt; werk; werkkring; werkplek
Postur houding; lichaamshouding; pose; stand; standje
Projekt laag; niveau; peil; plan; stand Project; plan; project
Rang klasse; maatschappelijke klasse; orde; rang; slag; stand gelid; graad; militaire rang; niveau; peil; rang; rangorde; wetenschappelijke graad
Rangordnung klasse; maatschappelijke klasse; orde; rang; slag; stand hiërarchie; lijst; opbouw; ordening; organisatie; rang; rangorde; rangschikken; rangschikking; samenstelling; structuur; systeem; tabel; tafel; volgorde
Schicht klasse; maatschappelijke klasse; orde; rang; slag; stand categorie; classificatie; coating; klasse; laag
Skala laag; niveau; peil; plan; stand gamma; graad; gradatie; kleurenschaal; kleurenspectrum; ladder; mate; scala; schaalverdeling; spectrum; toonladder; toonschaal
Stand klasse; kraam; maatschappelijke klasse; orde; rang; slag; stalletje; stand; stand op jaarbeurs categorie; classificatie; klasse; kraampje; ligging; positie; tent; wildstand; wildvoorraad
Stock laag; niveau; peil; plan; stand baton; bijenkorf; dierenkolonie; etage; intensivering; staaf; staf; stang; stok; verdieping; woonlaag
Stockwerk laag; niveau; peil; plan; stand etage; intensivering; verdieping; woonlaag
Stufe laag; niveau; peil; plan; stand autoped; fase; opstap; opstapje; step; terras; traptrede; trede; tree; werkstroomfase
Verkaufsbude kraam; stalletje; stand kraampje; tent
Vorhaben laag; niveau; peil; plan; stand opzet; plan; voornemen
Vorsatz laag; niveau; peil; plan; stand dekblad; intentie; moedwil; opzet; plan; schutblad; voornemen
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
Klasse klasse; objectklasse
Plan plan

Related Words for "stand":


Related Definitions for "stand":

  1. hoe het is of hoe het staat1
    • hoe is de stand van de maan?1
  2. rang of plaats in de maatschappij1
    • hij hoort bij de werkende stand1

Wiktionary Translations for stand:

stand
noun
  1. schnell auf- und abbaubare Verkaufsstelle, Verkaufstisch
Cross Translation:
FromToVia
• stand → Messestand; Stand ↔ booth — A small stall for the display and sale of goods
• stand → Spielergebnis; Spielstand ↔ score — number of points earned
• stand → Stand; Kiosk ↔ stand — small building or booth
• stand → Höhe; Anhöhe ↔ altitude — géographie|fr hauteur d'un lieu par rapport au niveau de la mer.
• stand → Klasse ↔ classe — groupe
• stand → Position; Stellung; Lage ↔ position — situation dans une structure, place dans un ensemble de coordonnées ; lieu, point où une chose place, situation.
• stand → Zustand; Stand ↔ état — Disposition de quelqu’un, de quelque chose

Related Translations for stand



German

Detailed Translations for stand from German to Dutch

Stand:

Stand [der ~] nom

  1. der Stand (Ausstellungsstand; Verkaufsbude; Bude)
    de stand; de kraam; het stalletje
  2. der Stand (Verkaufsbude; Bude; Ausstellungsstand)
    de tent
  3. der Stand (Lage; Position; Standort; Verfassung; Zustand)
    de positie; de ligging
  4. der Stand (Ausstellungsstand)
    de stand; stand op jaarbeurs
  5. der Stand (Gesellschaftsschicht; Klasse; Rang; )
    maatschappelijke klasse; de klasse; de stand; de rang; de orde; de slag
  6. der Stand (Verkaufsbude; Ausstellungsstand; Bude)
    het kraampje
  7. der Stand (Kategorie; Klasse; Gesellschaftsschicht; Schicht)
    de categorie; de klasse; de classificatie
  8. der Stand (Wildstand; Stände; Wildpark; Wildgehege)
    de wildstand; wildvoorraad

Translation Matrix for Stand:

NounRelated TranslationsOther Translations
categorie Gesellschaftsschicht; Kategorie; Klasse; Schicht; Stand Kategorie
classificatie Gesellschaftsschicht; Kategorie; Klasse; Schicht; Stand Bewertung; Klassifikation; Klassifizierung
klasse Gesellschaftsschicht; Kategorie; Klasse; Position; Rang; Rangordnung; Schicht; Stand Gattung; Klasse; Objektklasse; Sorte
kraam Ausstellungsstand; Bude; Stand; Verkaufsbude
kraampje Ausstellungsstand; Bude; Stand; Verkaufsbude
ligging Lage; Position; Stand; Standort; Verfassung; Zustand Drehort; Lokation
maatschappelijke klasse Gesellschaftsschicht; Klasse; Position; Rang; Rangordnung; Schicht; Stand soziale Schicht
orde Gesellschaftsschicht; Klasse; Position; Rang; Rangordnung; Schicht; Stand Anordnung; Bestimmung; Dienstordnung; Disziplin; Fusion; Fügung; Gebot; Gemeinschaft; Genossenschaft; Geselligkeitsverein; Gesellschaft; Gesetz; Gilde; Gleichmäßigkeit; Gruppe; Handwerksgilde; Klub; Korporation; Kreis; Ordnung; Regel; Regelmäßigkeit; Regelung; Reglement; Richtlinie; Runde; Satzung; Statut; Symmetrie; Unterwerfung; Verein; Vereinigung; Verfügung; Verordnung; Vorschrift; Zucht
positie Lage; Position; Stand; Standort; Verfassung; Zustand Arbeitsverhältnis; Beschaffenheit; Dienststelle; Dienstverhältnis; Gemütszustand; Kondition; Position; Stellung; Stellungnahme; Zustand
rang Gesellschaftsschicht; Klasse; Position; Rang; Rangordnung; Schicht; Stand Grad; Rang; Rangfolge; Rangordnung; Titel
slag Gesellschaftsschicht; Klasse; Position; Rang; Rangordnung; Schicht; Stand Art; Enttäuschung; Ernüchterung; Faustschlag; Feldschlacht; Gattung; Handschlag; Hieb; Kampf; Klaps; Krieg; Rückschlag; Schlacht; Schlag; Sorte; Typ
stalletje Ausstellungsstand; Bude; Stand; Verkaufsbude
stand Ausstellungsstand; Bude; Gesellschaftsschicht; Klasse; Position; Rang; Rangordnung; Schicht; Stand; Verkaufsbude Abriß; Ebene; Entwurf; Entwürfe; Etage; Gradation; Haltung; Höhe; Idee; Konzept; Kriterium; Körperhaltung; Maßstab; Niveau; Plan; Postur; Projekt; Skala; Stock; Stockwerk; Stufe; Vorhaben; Vorsatz
stand op jaarbeurs Ausstellungsstand; Stand
tent Ausstellungsstand; Bude; Stand; Verkaufsbude
wildstand Stand; Stände; Wildgehege; Wildpark; Wildstand
wildvoorraad Stand; Stände; Wildgehege; Wildpark; Wildstand
ModifierRelated TranslationsOther Translations
klasse erstklassig

Synonyms for "Stand":


Wiktionary Translations for Stand:

Stand
noun
  1. jägersprachlich: Wildbestand
  2. Schweiz: Kanton
  3. bestimmte Eigenschaft, Beschaffenheit, Verfassung von etwas
  4. kurz für: Familienstand
  5. schnell auf- und abbaubare Verkaufsstelle, Verkaufstisch
  6. kleine Abteilung eines Stalles
    • Stand → box
  7. ohne Plural: im Ablauf einer Entwicklung momentan erreichte Stufe
  8. Platz zum Stehen
  9. kurz für: Schießstand
  10. kurz für: Führerstand
Cross Translation:
FromToVia
• Stand → stand ↔ booth — A small stall for the display and sale of goods
• Stand → stand; kraam ↔ stand — small building or booth
• Stand → status ↔ status — situation or state of affairs
• Stand → staat; constellatie; gesteldheid; situatie; stand; toestand ↔ état — Disposition de quelqu’un, de quelque chose

vor Gericht stehen:

vor Gericht stehen verbe (stehe vor Gericht, stehst, steht, stand, standet, vor Gericht gestanden)

  1. vor Gericht stehen (vor Gericht erscheinen)
    terechtstaan
    • terechtstaan verbe (sta terecht, staat terecht, stond terecht, stonden terecht, terechtgestaan)

Conjugations for vor Gericht stehen:

Präsens
  1. stehe vor Gericht
  2. stehst
  3. steht
  4. stehen vor Gericht
  5. steht vor Gericht
  6. stehen vor Gericht
Imperfekt
  1. stand
  2. standest
  3. stand
  4. standen
  5. standet
  6. standen
Perfekt
  1. habe vor Gericht gestanden
  2. hast vor Gericht gestanden
  3. hat vor Gericht gestanden
  4. haben vor Gericht gestanden
  5. habt vor Gericht gestanden
  6. haben vor Gericht gestanden
1. Konjunktiv [1]
  1. stehe vor Gericht
  2. stehest vor Gericht
  3. stehe vor Gericht
  4. stehen vor Gericht
  5. stehet vor Gericht
  6. stehen vor Gericht
2. Konjunktiv
  1. stände vor Gericht
  2. ständest vor Gericht
  3. stände vor Gericht
  4. ständen vor Gericht
  5. ständet vor Gericht
  6. ständen vor Gericht
Futur 1
  1. werde vor Gericht stehen
  2. wirst vor Gericht stehen
  3. wird vor Gericht stehen
  4. werden vor Gericht stehen
  5. werdet vor Gericht stehen
  6. werden vor Gericht stehen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde vor Gericht stehen
  2. würdest vor Gericht stehen
  3. würde vor Gericht stehen
  4. würden vor Gericht stehen
  5. würdet vor Gericht stehen
  6. würden vor Gericht stehen
Diverses
  1. steh vor Gericht!
  2. steht vor Gericht!
  3. stehen Sie vor Gericht!
  5. vor Gericht gestanden
  6. vor gericht stehend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Translation Matrix for vor Gericht stehen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
terechtstaan vor Gericht erscheinen; vor Gericht stehen

stand form of stehen:

stehen verbe (stehe, stehst, steht, stand, standet, gestanden)

  1. stehen
    staan
    • staan verbe (sta, staat, stond, stonden, gestaan)

Conjugations for stehen:

Präsens
  1. stehe
  2. stehst
  3. steht
  4. stehen
  5. steht
  6. stehen
Imperfekt
  1. stand
  2. standest
  3. stand
  4. standen
  5. standet
  6. standen
Perfekt
  1. habe gestanden
  2. hast gestanden
  3. hat gestanden
  4. haben gestanden
  5. habt gestanden
  6. haben gestanden
1. Konjunktiv [1]
  1. stehe
  2. stehest
  3. stehe
  4. stehen
  5. stehet
  6. stehen
2. Konjunktiv
  1. stände
  2. ständest
  3. stände
  4. ständen
  5. ständet
  6. ständen
Futur 1
  1. werde stehen
  2. wirst stehen
  3. wird stehen
  4. werden stehen
  5. werdet stehen
  6. werden stehen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde stehen
  2. würdest stehen
  3. würde stehen
  4. würden stehen
  5. würdet stehen
  6. würden stehen
Diverses
  1. steh!
  2. steht!
  3. stehen Sie!
  5. gestanden
  6. stehend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Translation Matrix for stehen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
staan stehen

Synonyms for "stehen":

  • stillstehen
  • geschrieben stehen
  • auf den Füßen stehen; aufrecht stehen
  • unterschreiben; zu etwas namentlich bekennen; mit seinem Namen werben; seinen Namen hergeben; unter der Nennung des eigenen Namens unterstützen

Wiktionary Translations for stehen:

stehen
verb
  1. zich in verticale toestand van rust bevinden
Cross Translation:
FromToVia
• stehen → staan ↔ stand — to support oneself on the feet in an erect position
• stehen → staan ↔ stand — to remain motionless
• stehen → staan ↔ être debout — Se tenir verticalement, sur ses pieds ou sur ses bases.

Related Translations for stand







Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0881 seconds
Page rendered in 1.0 seconds