Summary
Dutch to German: more detail...
- toekennen:
-
Wiktionary:
- toekennen → schenken, lizenzieren, geben, angeben, herreichen, verbringen, zubringen, ausgehen, ausrücken, hinausgehen, erteilen, verabreichen, hervorbringen, erzeugen, tragen, spenden, machen, übergeben, überantworten, anvertrauen, gewähren, gestatten, erkennen
Dutch
Detailed Translations for toekennen from Dutch to German
toekennen:
-
toekennen (toebedelen; toewijzen; gunnen; iets toekennen)
-
toekennen (vergunnen; verlenen)
Conjugations for toekennen:
o.t.t.
- ken toe
- kent toe
- kent toe
- kennen toe
- kennen toe
- kennen toe
o.v.t.
- kende toe
- kende toe
- kende toe
- kenden toe
- kenden toe
- kenden toe
v.t.t.
- heb toegekend
- hebt toegekend
- heeft toegekend
- hebben toegekend
- hebben toegekend
- hebben toegekend
v.v.t.
- had toegekend
- had toegekend
- had toegekend
- hadden toegekend
- hadden toegekend
- hadden toegekend
o.t.t.t.
- zal toekennen
- zult toekennen
- zal toekennen
- zullen toekennen
- zullen toekennen
- zullen toekennen
o.v.t.t.
- zou toekennen
- zou toekennen
- zou toekennen
- zouden toekennen
- zouden toekennen
- zouden toekennen
en verder
- ben toegekend
- bent toegekend
- is toegekend
- zijn toegekend
- zijn toegekend
- zijn toegekend
diversen
- ken toe!
- kent toe!
- toegekend
- toekennend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for toekennen:
Wiktionary Translations for toekennen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• toekennen | → schenken | ↔ bestow — present a thing as a gift or honour |
• toekennen | → lizenzieren | ↔ license — act of giving a formal authorization |
• toekennen | → lizenzieren | ↔ license — authorize officially |
• toekennen | → geben; schenken; angeben; herreichen; verbringen; zubringen; ausgehen; ausrücken; hinausgehen; erteilen; verabreichen; hervorbringen; erzeugen; tragen; spenden; machen; übergeben; überantworten; anvertrauen; gewähren; gestatten | ↔ donner — Faire un don ; transférer, sans rétribution, la propriété d’une chose que l’on posséder ou dont on jouir, à une autre personne. |
• toekennen | → erkennen | ↔ reconnaitre — Se remettre dans l'esprit l'idée etc., quand on vient à le revoir ou à l'entendre. (Sens général) |