Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Search: afhankelijkheid

Dutch and German Search Results for: afhankelijkheid

Summary

Dutch to German: more detail...

afhankelijkheid:
- Abhängigkeit; Sucht; Knechtschaft
afhankelijk:
- abhängig; untergeordnet; hörig
Wiktionary:
- afhankelijkheid → Abhängigkeit
- afhankelijkheid → Abhängigkeit, abhängig
- afhankelijk → abhängig

Dutch

Detailed Translations for afhankelijkheid from Dutch to German

afhankelijkheid:

afhankelijkheid [de ~ (v)] nom

de afhankelijkheid (verslaving; gewenning; verslaafdheid)
die Abhängigkeit; die Sucht
- Abhängigkeit [die ~] nom
- Sucht [die ~] nom
de afhankelijkheid (knechtschap)
die Abhängigkeit; die Knechtschaft
- Abhängigkeit [die ~] nom
- Knechtschaft [die ~] nom
de afhankelijkheid
die Abhängigkeit
- Abhängigkeit [die ~] nom

Translation Matrix for afhankelijkheid:

Noun	Related Translations	Other Translations
Abhängigkeit	afhankelijkheid; gewenning; knechtschap; verslaafdheid; verslaving	onderhorigheid; subordinatie
Knechtschaft	afhankelijkheid; knechtschap
Sucht	afhankelijkheid; gewenning; verslaafdheid; verslaving	verzuchting; zucht

Related Words for "afhankelijkheid":

afhankelijkheden, afhankelijk

Wiktionary Translations for afhankelijkheid:

afhankelijkheid

noun

Zustand, auf jemand oder etwas angewiesen zu sein
- Abhängigkeit → afhankelijkheid

Cross Translation:

From	To	Via
• afhankelijkheid	→ Abhängigkeit	↔ dependence — state of being dependent
• afhankelijkheid	→ Abhängigkeit	↔ dependence — irresistible need
• afhankelijkheid	→ Abhängigkeit	↔ dependency — addiction
• afhankelijkheid	→ abhängig	↔ dependency — computing: reliance on functionality

afhankelijk:

afhankelijk adj

afhankelijk (onzelfstandig)
abhängig
- abhängig adj
afhankelijk (onderschikkend)
untergeordnet
- untergeordnet adj
afhankelijk (horig)
hörig
- hörig adj

Translation Matrix for afhankelijk:

Adjective	Related Translations	Other Translations
abhängig	afhankelijk; onzelfstandig	afhankelijke cel; bijkomstig; inferieur; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen
untergeordnet	afhankelijk; onderschikkend	arm; bijkomstig; inferieur; minderwaardig; ondergeschikt; onderhorig; onderliggend; onderliggend element; onderliggend knooppunt; ondermaats; onderworpen; ondeugdelijk; slecht; subaltern; subordinerend; tweederangs; zwak
Modifier	Related Translations	Other Translations
hörig	afhankelijk; horig

Related Words for "afhankelijk":

afhankelijkheid, afhankelijker, afhankelijkere, afhankelijke

Antonyms for "afhankelijk":

zelfstandig; onafhankelijk

Related Definitions for "afhankelijk":

erdoor beslist of bepaald worden¹
- of we buiten sporten is afhankelijk van het weer¹
steun van iemand nodig hebben¹
- een kind is afhankelijk van zijn ouders¹

Wiktionary Translations for afhankelijk:

Cross Translation:

From	To	Via
• afhankelijk	→ abhängig	↔ dependent — relying upon; depending upon

¹Muiswerk Woordenboek