Summary
Dutch to German: more detail...
- uitdrukken:
-
Wiktionary:
- uitdrukken → ausdrücken, äußern, abbilden, repräsentieren, vertreten, vorstellen, beschreiben, spielen, zum Ausdruck bringen
Dutch
Detailed Translations for uitdrukken from Dutch to German
uitdrukken:
-
uitdrukken (uitdrukking geven aan; uiten; verwoorden; uiting geven aan; vertolken)
-
uitdrukken (leegknijpen; uitknijpen)
Conjugations for uitdrukken:
o.t.t.
- druk uit
- drukt uit
- drukt uit
- drukken uit
- drukken uit
- drukken uit
o.v.t.
- drukte uit
- drukte uit
- drukte uit
- drukten uit
- drukten uit
- drukten uit
v.t.t.
- heb uitgedrukt
- hebt uitgedrukt
- heeft uitgedrukt
- hebben uitgedrukt
- hebben uitgedrukt
- hebben uitgedrukt
v.v.t.
- had uitgedrukt
- had uitgedrukt
- had uitgedrukt
- hadden uitgedrukt
- hadden uitgedrukt
- hadden uitgedrukt
o.t.t.t.
- zal uitdrukken
- zult uitdrukken
- zal uitdrukken
- zullen uitdrukken
- zullen uitdrukken
- zullen uitdrukken
o.v.t.t.
- zou uitdrukken
- zou uitdrukken
- zou uitdrukken
- zouden uitdrukken
- zouden uitdrukken
- zouden uitdrukken
en verder
- ben uitgedrukt
- bent uitgedrukt
- is uitgedrukt
- zijn uitgedrukt
- zijn uitgedrukt
- zijn uitgedrukt
diversen
- druk uit!
- drukt uit!
- uitgedrukt
- uitdrukkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for uitdrukken:
Wiktionary Translations for uitdrukken:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uitdrukken | → ausdrücken | ↔ articulate — to explain |
• uitdrukken | → äußern; ausdrücken | ↔ express — to convey meaning |
• uitdrukken | → ausdrücken | ↔ exprimer — Manifester une pensée |
• uitdrukken | → abbilden; repräsentieren; vertreten; vorstellen; beschreiben; spielen; ausdrücken; zum Ausdruck bringen | ↔ représenter — présenter de nouveau. |