Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. in de was zetten:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for in de was zetten from Dutch to German

in de was zetten:

in de was zetten verbe

  1. in de was zetten
    wachsen; bohnern
    • wachsen verbe (wachse, wächst, wuchs, wuchst, gewachsen)
    • bohnern verbe (bohnere, bohnerst, bohnert, bohnerte, bohnertet, gebohnert)

Translation Matrix for in de was zetten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
bohnern in de was zetten
wachsen in de was zetten groeien; groot worden; ontstaan; opgroeien; oprijzen; rijzen; voortkomen

Wiktionary Translations for in de was zetten:


Cross Translation:
FromToVia
in de was zetten putzen; polieren; wichsen; Wichse cirer — Enduire de cirage une chaussure pour la faire briller.

Related Translations for in de was zetten