Dutch
Detailed Translations for omzeilen from Dutch to German
omzeilen:
-
omzeilen
umzegeln; hintergehen-
umzegeln verbe
-
hintergehen verbe (gehe hinter, gehst hinter, geht hinter, ging hinter, gingt hinter, hintergegangen)
-
Conjugations for omzeilen:
o.t.t.
- omzeil
- omzeilt
- omzeilt
- omzeilen
- omzeilen
- omzeilen
o.v.t.
- omzeilde
- omzeilde
- omzeilde
- omzeilden
- omzeilden
- omzeilden
v.t.t.
- heb omzeild
- hebt omzeild
- heeft omzeild
- hebben omzeild
- hebben omzeild
- hebben omzeild
v.v.t.
- had omzeild
- had omzeild
- had omzeild
- hadden omzeild
- hadden omzeild
- hadden omzeild
o.t.t.t.
- zal omzeilen
- zult omzeilen
- zal omzeilen
- zullen omzeilen
- zullen omzeilen
- zullen omzeilen
o.v.t.t.
- zou omzeilen
- zou omzeilen
- zou omzeilen
- zouden omzeilen
- zouden omzeilen
- zouden omzeilen
diversen
- omzeil!
- omzeilt!
- omzeild
- omzeilend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for omzeilen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
hintergehen | omzeilen | bedonderen; bezwendelen; verneuken; vreemdgaan |
umzegeln | omzeilen |
Wiktionary Translations for omzeilen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• omzeilen | → machen; überflüssig | ↔ obviate — to bypass a requirement |