Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Search: aanbidder

Dutch and German Search Results for: aanbidder

Summary

Dutch to German: more detail...

aanbidder:
- Liebhaber; Geliebte; Geliebter; Enthusiast
Wiktionary:
- aanbidder → Anbeten, Verehrer
- aanbidder → Verehrer, Anbeter, Bewunderer

Dutch

Detailed Translations for aanbidder from Dutch to German

aanbidder:

aanbidder [de ~ (m)] nom

de aanbidder (vrijer; liefhebber; minnaar)
der Liebhaber; die Geliebte; der Geliebter; der Enthusiast
- Liebhaber [der ~] nom
- Geliebte [die ~] nom
- Geliebter [der ~] nom
- Enthusiast [der ~] nom

Translation Matrix for aanbidder:

Noun	Related Translations	Other Translations
Enthusiast	aanbidder; liefhebber; minnaar; vrijer	enthousiasteling
Geliebte	aanbidder; liefhebber; minnaar; vrijer	beminde; duifje; geliefde; gezel; hartje; hartsvriendin; kameraadje; liefje; liefste; lieve; maatje; maîtresse; minnaars; minnares; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes; vriendin; vrijers
Geliebter	aanbidder; liefhebber; minnaar; vrijer	beminde; geliefde; hartje; minnares; vriendin
Liebhaber	aanbidder; liefhebber; minnaar; vrijer	beminde; enthousiasteling; geliefde; hartje; minnares; vriendin

Wiktionary Translations for aanbidder:

aanbidder

noun

vereerder van een goddelijk wezen
- aanbidder → Anbeten; Verehrer

Cross Translation:

From	To	Via
• aanbidder	→ Verehrer; Anbeter; Bewunderer	↔ adorateur — Celui, celle qui adorer.