Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. uitmonsteren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for uitmonsteren from Dutch to German

uitmonsteren:

uitmonsteren verbe (monster uit, monstert uit, monsterde uit, monsterden uit, uitgemonsterd)

  1. uitmonsteren (zich tooien; kleden; zich kleden)

Conjugations for uitmonsteren:

o.t.t.
  1. monster uit
  2. monstert uit
  3. monstert uit
  4. monsteren uit
  5. monsteren uit
  6. monsteren uit
o.v.t.
  1. monsterde uit
  2. monsterde uit
  3. monsterde uit
  4. monsterden uit
  5. monsterden uit
  6. monsterden uit
v.t.t.
  1. ben uitgemonsterd
  2. bent uitgemonsterd
  3. is uitgemonsterd
  4. zijn uitgemonsterd
  5. zijn uitgemonsterd
  6. zijn uitgemonsterd
v.v.t.
  1. was uitgemonsterd
  2. was uitgemonsterd
  3. was uitgemonsterd
  4. waren uitgemonsterd
  5. waren uitgemonsterd
  6. waren uitgemonsterd
o.t.t.t.
  1. zal uitmonsteren
  2. zult uitmonsteren
  3. zal uitmonsteren
  4. zullen uitmonsteren
  5. zullen uitmonsteren
  6. zullen uitmonsteren
o.v.t.t.
  1. zou uitmonsteren
  2. zou uitmonsteren
  3. zou uitmonsteren
  4. zouden uitmonsteren
  5. zouden uitmonsteren
  6. zouden uitmonsteren
diversen
  1. monster uit!
  2. monstert uit!
  3. uitgemonsterd
  4. uitmonsterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for uitmonsteren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
sich anziehen kleden; uitmonsteren; zich kleden; zich tooien zich aankleden
sich ausschmücken kleden; uitmonsteren; zich kleden; zich tooien
sich kleiden kleden; uitmonsteren; zich kleden; zich tooien

Wiktionary Translations for uitmonsteren:


Cross Translation:
FromToVia
uitmonsteren besetzen; einfassen; garnieren; verzieren garnir — militaire|fr armer, munir un dispositif de défense d'éléments ou de troupes nécessaires à sa défense, à sa protection.

Related Translations for uitmonsteren