Dutch

Detailed Translations for aan de dijk zetten from Dutch to German

aan de dijk zetten:

aan de dijk zetten verbe (zet aan de dijk, zette aan de dijk, zetten aan de dijk, aan de dijk gezet)

  1. aan de dijk zetten (van zijn positie verdrijven; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien)
    feiern; entlassen; ausrangieren; suspendieren; abdanken; entheben; von seiner Position vertreiben
    • feiern verbe (feiere, feierst, feiert, feierte, feiertet, gefeiert)
    • entlassen verbe (entlasse, entläßt, entließ, entließt, entlassen)
    • ausrangieren verbe (rangiere aus, rangierst aus, rangiert aus, rangierte aus, rangiertet aus, ausrangiert)
    • suspendieren verbe (suspendiere, suspendierst, suspendiert, suspendierte, suspendiertet, suspensiert)
    • abdanken verbe (danke ab, dankst ab, dankt ab, dankte ab, danktet ab, abgedankt)
    • entheben verbe (enthebe, enthebst, enthebt, enthobe, enthobet, enthoben)

Conjugations for aan de dijk zetten:

o.t.t.
  1. zet aan de dijk
  2. zet aan de dijk
  3. zet aan de dijk
  4. zetten aan de dijk
  5. zetten aan de dijk
  6. zetten aan de dijk
o.v.t.
  1. zette aan de dijk
  2. zette aan de dijk
  3. zette aan de dijk
  4. zetten aan de dijk
  5. zetten aan de dijk
  6. zetten aan de dijk
v.t.t.
  1. ben aan de dijk gezet
  2. bent aan de dijk gezet
  3. is aan de dijk gezet
  4. zijn aan de dijk gezet
  5. zijn aan de dijk gezet
  6. zijn aan de dijk gezet
v.v.t.
  1. was aan de dijk gezet
  2. was aan de dijk gezet
  3. was aan de dijk gezet
  4. waren aan de dijk gezet
  5. waren aan de dijk gezet
  6. waren aan de dijk gezet
o.t.t.t.
  1. zal aan de dijk zetten
  2. zult aan de dijk zetten
  3. zal aan de dijk zetten
  4. zullen aan de dijk zetten
  5. zullen aan de dijk zetten
  6. zullen aan de dijk zetten
o.v.t.t.
  1. zou aan de dijk zetten
  2. zou aan de dijk zetten
  3. zou aan de dijk zetten
  4. zouden aan de dijk zetten
  5. zouden aan de dijk zetten
  6. zouden aan de dijk zetten
en verder
  1. heb aan de dijk gezet
  2. hebt aan de dijk gezet
  3. heeft aan de dijk gezet
  4. hebben aan de dijk gezet
  5. hebben aan de dijk gezet
  6. hebben aan de dijk gezet
diversen
  1. zet aan de dijk!
  2. zet aan de dijk!
  3. aan de dijk gezet
  4. aan de dijk zettende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for aan de dijk zetten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
abdanken aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven
ausrangieren aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven afschaffen; op non-actief stellen; uitrangeren; uitschakelen
entheben aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven afdekken; afruimen; bevrijden van belegeraars; ontheffen; ontlasten; ontslaan van een verplichting; ontzetten; opruimen; uit de macht ontzetten; verlossen; vrijstellen
entlassen aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven afzwaaien; amnestie verlenen; banen; bevrijden; demobiliseren; dwingen ontslag te nemen; emanciperen; in vrijheid stellen; invrijheidstellen; laten gaan; laten lopen; loslaten; losmaken; niet vasthouden; ontheffen; ontlasten; ontslaan; ontslaan van een verplichting; uitsturen; van de boeien ontdoen; verlossen; verzenden; vrijaf geven; vrijgeven; vrijlaten; vrijmaken; vrijstellen; vrijvechten; wegsturen; wegzenden
feiern aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven aanmoedigen; aanvuren; bejubelen; bemoedigen; celebreren; feestelijk onthalen; feesten; feestvieren; fuiven; fêteren; laten vieren; stimuleren; toejuichen; toemoedigen; vieren
suspendieren aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven ontheffen; ontlasten; ontslaan; ontslaan van een verplichting; schorsen; suspenderen; uitsturen; verzenden; vrijstellen; wegsturen; wegzenden
von seiner Position vertreiben aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven
ModifierRelated TranslationsOther Translations
entlassen afgedankt

Related Translations for aan de dijk zetten