Summary
Dutch to German: more detail...
- aangelegenheid:
-
Wiktionary:
- aangelegenheid → Grund, Rechtsfall, Rechtssache, Ursache, Verursachung, Angelegenheit, Ding, Sache, Werk, Affäre, Geschichte, Fall, Anlaß, Veranlassung
Dutch
Detailed Translations for aangelegenheid from Dutch to German
aangelegenheid:
Translation Matrix for aangelegenheid:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Affäre | aangelegenheid; affaire; geval; kwestie; zaak | affaire; avontuurtje; liaison; liefdesrelatie; relatie; slippertje; verhouding |
Angelegenheit | aangelegenheid; affaire; geval; kwestie; zaak | affaire; geval; issue; kwestie; liaison; liefdesrelatie; punt; relatie; verhouding; zaak |
Frage | aangelegenheid; affaire; geval; kwestie; zaak | issue; kwestie; punt; vraag |
Sache | aangelegenheid; affaire; geval; kwestie; zaak | affaire; artikel; ding; geval; gezichtshoek; gezichtspunt; goed; invalshoek; issue; item; kwestie; liaison; liefdesrelatie; object; oogpunt; perspectief; punt; relatie; standpunt; verhouding; voorwerp; zaak; zienswijs |
Wiktionary Translations for aangelegenheid:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aangelegenheid | → Grund; Rechtsfall; Rechtssache; Ursache; Verursachung; Angelegenheit; Ding; Sache; Werk; Affäre; Geschichte; Fall; Anlaß; Veranlassung | ↔ cause — Ce qui fait qu’une chose est ou s’opère. |