Summary
Dutch to German: more detail...
- aangetrokken:
- aantrekken:
-
Wiktionary:
- aantrekken → anziehen, anlocken, ankleiden, ansteigen, richten
- aantrekken → anziehen, ansprechen, anlocken, ködern, verführen, locken, anwenden, benutzen, brauchen, gebrauchen, verwenden, verwerten, antun, auflegen, anlegen, legen, setzen, stecken, stellen, applizieren, verabreichen, auftragen, anbringen, beifügen, aufdrängen, aufnötigen, dringen, aufdringen, zwingen, anmuten, andrehen, annehmen, akzeptieren, entgegennehmen, im Empfang nehmen, aufnehmen, auf sich nehmen, sich gefallen lassen, hinnehmen, eingehen auf, einwilligen in, kleiden, ankleiden, bekleiden, beziehen, überziehen, in Stuck arbeiten, beschwören, flehen
Dutch
Detailed Translations for aangetrokken from Dutch to German
aangetrokken:
Translation Matrix for aangetrokken:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
angezogen | aangetrokken | aangekleed; aangetrokken tot; bekoord; gekleed; opgetut; speciaal gekleed |
aantrekken:
-
aantrekken (aankleden; aandoen)
anziehen; ankleiden; sichanziehen; kleiden; anlegen-
sichanziehen verbe (ziehe sich an, ziehst dich an, zieht sich anb, zog sich an, zogt euch an, sich angezogen)
-
aantrekken (werven; adverteren)
-
aantrekken (dichttrekken)
-
aantrekken (in dienst nemen; aannemen; inhuren)
-
aantrekken (rekruteren; ronselen)
Conjugations for aantrekken:
o.t.t.
- trek aan
- trekt aan
- trekt aan
- trekken aan
- trekken aan
- trekken aan
o.v.t.
- trok aan
- trok aan
- trok aan
- trokken aan
- trokken aan
- trokken aan
v.t.t.
- heb aangetrokken
- hebt aangetrokken
- heeft aangetrokken
- hebben aangetrokken
- hebben aangetrokken
- hebben aangetrokken
v.v.t.
- had aangetrokken
- had aangetrokken
- had aangetrokken
- hadden aangetrokken
- hadden aangetrokken
- hadden aangetrokken
o.t.t.t.
- zal aantrekken
- zult aantrekken
- zal aantrekken
- zullen aantrekken
- zullen aantrekken
- zullen aantrekken
o.v.t.t.
- zou aantrekken
- zou aantrekken
- zou aantrekken
- zouden aantrekken
- zouden aantrekken
- zouden aantrekken
diversen
- trek aan!
- trekt aan!
- aangetrokken
- aantrekkende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for aantrekken:
Synonyms for "aantrekken":
Antonyms for "aantrekken":
Related Definitions for "aantrekken":
Wiktionary Translations for aantrekken:
aantrekken
Cross Translation:
verb
aantrekken
-
den Zug erhöhen, etwas straff machen
-
ein bestimmtes Kleidungsstück anlegen
-
sich oder jemanden ankleiden
-
ohne Berührung zu sich hin ziehen
-
durch erwecktes Interesse etwas oder jemanden zu sich holen
-
Interesse erwecken
Cross Translation: