Dutch

Detailed Translations for aankondiging from Dutch to German

aankondiging:

aankondiging [de ~ (v)] nom

  1. de aankondiging (bericht; melding)
    der Bericht; die Nachricht; die Ankündigung; die Meldung; die Mitteilung; die Benachrichtigung
  2. de aankondiging (advertentie; adverteren; annonceren; annonce; annoncering)
    die Anzeige; die Annonce; Annoncieren; Inserat
  3. de aankondiging (proclamatie; bekendmaking; melding; )
    die Ankündigung; die Kundgebung; die Veröffentlichung; die Bekanntmachung; die Verkündigung; die Ausrufung; die Bekanntgabe; die Verlautbarung; der Ausruf
  4. de aankondiging
    die Ankündigung

Translation Matrix for aankondiging:

NounRelated TranslationsOther Translations
Ankündigung aankondiging; afkondiging; bekendmaking; bericht; kennisgeving; mededeling; melding; proclamatie; verkondiging convocatie; kennisgeving; mededeling; verwittiging
Annonce aankondiging; advertentie; adverteren; annonce; annonceren; annoncering
Annoncieren aankondiging; advertentie; adverteren; annonce; annonceren; annoncering aankondigen; bekendmaken; melden
Anzeige aankondiging; advertentie; adverteren; annonce; annonceren; annoncering aangeven; aangifte; advertentie; beeldscherm; bevestiging; bewering; declaratie; mededeling; melding; opheldering; proces verbaal; rapport; statement; symptoom; toelichting; uitlegging; verklaring; ziektesymptoom
Ausruf aankondiging; afkondiging; bekendmaking; kennisgeving; mededeling; melding; proclamatie; verkondiging gil; kreet; roep; schreeuw; tussenwerpsel; uitroep
Ausrufung aankondiging; afkondiging; bekendmaking; kennisgeving; mededeling; melding; proclamatie; verkondiging
Bekanntgabe aankondiging; afkondiging; bekendmaking; kennisgeving; mededeling; melding; proclamatie; verkondiging aangifte; afkondiging; bekendmaking; bericht; bevestiging; bewering; boodschap; convocatie; declaratie; gewag; informatie; kennisgeving; mededeling; melding; openbaarmaking; openbare publicatie; opgave; opheldering; proclamatie; publicatie; publikatie; relaas; ruchtbaarheid; statement; tijding; toelichting; uiteenzetting; uitgave; uitgifte; uiting; uitleg; uitlegging; uitspraak; verduidelijking; verklaring; vermelding; verwittiging
Bekanntmachung aankondiging; afkondiging; bekendmaking; kennisgeving; mededeling; melding; proclamatie; verkondiging aanschrijving; aanzegging; afkondiging; bekendmaking; bericht; boodschap; convocatie; decreet; gewag; informatie; kennisgeving; kennismaking; mededeling; melding; openbaarmaking; openbare publicatie; opgave; opheldering; proclamatie; publicatie; publikatie; relaas; ruchtbaarheid; tijding; toelichting; uiteenzetting; uitgave; uitgifte; uitleg; uitspraak; uitvaardiging; verduidelijking; verklaring; vermelding; verwittiging
Benachrichtigung aankondiging; bericht; melding alert; berichtgeving; convocatie; informatie; informeren; kennisgeving; mededeling; mededelingen; melding; verwittiging; voorlichting; waarschuwing
Bericht aankondiging; bericht; melding aangifte; bekendmaking; bericht; bevestiging; bewering; boodschap; declaratie; gewag; mededeling; melding; opgave; opheldering; opstel; recital; relaas; scriptie; statement; tijding; toelichting; uitlegging; uitspraak; verklaring; vermelding; verslag; verwittiging
Inserat aankondiging; advertentie; adverteren; annonce; annonceren; annoncering
Kundgebung aankondiging; afkondiging; bekendmaking; kennisgeving; mededeling; melding; proclamatie; verkondiging actie; betoging; convocatie; demonstratie; kennisgeving; manifestatie; mededeling; protestbijeenkomst; publieke betoging; verwittiging
Meldung aankondiging; bericht; melding aangeven; aangifte; bekendmaking; bericht; bevestiging; bewering; blad; boodschap; declaratie; gewag; journaal; maandblad; magazine; mededeling; melding; nieuws; openbare publicatie; opgave; opheldering; periodiek; publicatie; publikatie; relaas; ruchtbaarheid; statement; tijding; tijdschrift; tijdspiegel; toelichting; uitgave; uitgifte; uitlegging; uitspraak; verklaring; vermelding; verwittiging; weekblad
Mitteilung aankondiging; bericht; melding aangifte; bekendmaking; bericht; bevestiging; bewering; boodschap; declaratie; gewag; het uitspreken; informatie; inlichting; mededeling; melding; openbare publicatie; opgave; opheldering; publicatie; publikatie; relaas; ruchtbaarheid; statement; tijding; toelichting; uiteenzetting; uitgave; uitgifte; uiting; uitleg; uitlegging; uitspraak; verduidelijking; verklaring; vermelding; verwittiging
Nachricht aankondiging; bericht; melding bericht; blad; document; e-mailbericht; informatie; inlichting; journaal; maandblad; magazine; nieuws; nieuwsbericht; opheldering; periodiek; tijding; tijdschrift; tijdspiegel; toelichting; uiteenzetting; uitleg; verduidelijking; verklaring; weekblad
Verkündigung aankondiging; afkondiging; bekendmaking; kennisgeving; mededeling; melding; proclamatie; verkondiging convocatie; kennisgeving; mededeling; verwittiging
Verlautbarung aankondiging; afkondiging; bekendmaking; kennisgeving; mededeling; melding; proclamatie; verkondiging bekendmaking; bericht; boodschap; gewag; mededeling; melding; openbaarmaking; openbare publicatie; opgave; publicatie; publikatie; relaas; ruchtbaarheid; tijding; uitgave; uitgifte; uitspraak; vermelding; verwittiging
Veröffentlichung aankondiging; afkondiging; bekendmaking; kennisgeving; mededeling; melding; proclamatie; verkondiging afkondiging; artikel; bekendmaking; openbaarmaking; openbare publicatie; proclamatie; publicatie; publikatie; stuk; uitgave; uitgifte
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
Ankündigung Aankondiging
Bericht rapport

Related Words for "aankondiging":


Wiktionary Translations for aankondiging:

aankondiging
noun
  1. bekendmaking

Cross Translation:
FromToVia
aankondiging Ankündigung announcement — announcement