Dutch

Detailed Translations for aantonen from Dutch to German

aantonen:

aantonen verbe (toon aan, toont aan, toonde aan, toonden aan, aangetoond)

  1. aantonen (bewijzen; staven)
    beweisen; erweisen; nachweisen; vorzeigen; belegen; aufzeigen; vorweisen
    • beweisen verbe (beweise, beweist, bewies, bewiest, bewiesen)
    • erweisen verbe (erweise, erweist, erwies, erwiest, erwiesen)
    • nachweisen verbe (weise nach, weisest nach, weist nach, wies nach, wieset nach, nachgewiesen)
    • vorzeigen verbe (zeige vor, zeigst vor, zeigt vor, zog vor, zogt vor, vorgezogen)
    • belegen verbe (belege, belegst, belegt, belegte, belegtet, belegt)
    • aufzeigen verbe
    • vorweisen verbe (weise vor, weist vor, wiest vor, wies vor, vorgewiesen)

Conjugations for aantonen:

o.t.t.
  1. toon aan
  2. toont aan
  3. toont aan
  4. tonen aan
  5. tonen aan
  6. tonen aan
o.v.t.
  1. toonde aan
  2. toonde aan
  3. toonde aan
  4. toonden aan
  5. toonden aan
  6. toonden aan
v.t.t.
  1. heb aangetoond
  2. hebt aangetoond
  3. heeft aangetoond
  4. hebben aangetoond
  5. hebben aangetoond
  6. hebben aangetoond
v.v.t.
  1. had aangetoond
  2. had aangetoond
  3. had aangetoond
  4. hadden aangetoond
  5. hadden aangetoond
  6. hadden aangetoond
o.t.t.t.
  1. zal aantonen
  2. zult aantonen
  3. zal aantonen
  4. zullen aantonen
  5. zullen aantonen
  6. zullen aantonen
o.v.t.t.
  1. zou aantonen
  2. zou aantonen
  3. zou aantonen
  4. zouden aantonen
  5. zouden aantonen
  6. zouden aantonen
diversen
  1. toon aan!
  2. toont aan!
  3. aangetoond
  4. aantonende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for aantonen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
aufzeigen aantonen; bewijzen; staven
belegen aantonen; bewijzen; staven boekstaven; laten zien; presenteren; te boek stellen; toewijzen; tonen; vertonen
beweisen aantonen; bewijzen; staven laten zien; nagaan; presenteren; tonen; verifieren; vertonen; zekerstellen
erweisen aantonen; bewijzen; staven betonen; betuigen; bewaarheid worden; blijken; doneren; geven; laten zien; nagaan; presenteren; schenken; tonen; uitkomen; verifieren; vertonen; zekerstellen
nachweisen aantonen; bewijzen; staven laten zien; nagaan; presenteren; tonen; verifieren; vertonen; zekerstellen
vorweisen aantonen; bewijzen; staven etaleren; laten zien; nagaan; openbaren; presenteren; tentoonstellen; ter overweging geven; tonen; uitstallen; verifieren; vertonen; voorleggen; zekerstellen; zich uiten
vorzeigen aantonen; bewijzen; staven aanbieden; etaleren; exposeren; getuigen van; laten blijken; laten zien; nagaan; offreren; presenteren; tentoonstellen; tevoorschijnhalen; tevoorschijntoveren; tonen; uitstallen; verifieren; vertonen; voordedaghalen; voorleggen; zekerstellen
- bewijzen

Synonyms for "aantonen":


Related Definitions for "aantonen":

  1. laten zien dat het zo is1
    • we hebben aangetoond dat Jan het gedaan heeft1

Wiktionary Translations for aantonen:

aantonen
verb
  1. wijzen
  2. bewijzen

Cross Translation:
FromToVia
aantonen zeigen show — indicate (a fact) to be true
aantonen begründen; beweisen; erhärten; demonstrieren; darstellen; vorführen; beglaubigen; bescheinigen; bezeugen; bestätigen; belegen; beteuern; Zeugnis ablegen; zeugen; erweisen démontrerprouver d’une manière évidente et convaincante.
aantonen argumentieren; begründen; belegen; beweisen; erhärten; rechtfertigen prouverétablir la vérité de quelque chose par le raisonnement ou par le témoignage.