Dutch
Detailed Translations for afboenen from Dutch to German
afboenen:
-
afboenen (schrobben; boenen; schoonboenen; afschrobben; schoonschrobben)
schrubben; abscheuern; scheuern-
abscheuern verbe (scheuere ab, scheuerst ab, scheuert ab, scheuerte ab, scheuertet ab, abgescheuert)
Translation Matrix for afboenen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
abscheuern | afboenen; afschrobben; boenen; schoonboenen; schoonschrobben; schrobben | afkrabben; afschuren; gladmaken; gladwrijven; schrapen; schrappen |
scheuern | afboenen; afschrobben; boenen; schoonboenen; schoonschrobben; schrobben | draai om de oren geven; gladmaken; gladwrijven |
schrubben | afboenen; afschrobben; boenen; schoonboenen; schoonschrobben; schrobben | dweilen |