Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. afketsen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for afketsen from Dutch to German

afketsen:

afketsen [znw.] nom

  1. afketsen (ricocheren; terugkaatsen; afstuiten)
    Abrutschen; Abprallen; Einsinken

afketsen verbe (kets af, ketst af, ketste af, ketsten af, afgeketst)

  1. afketsen (ricocheren)
    abweisen; ablehnen; verweigern; abschlagen; ausschlagen; zurückweisen; abprallen
    • abweisen verbe (weise ab, weisest ab, weist ab, wies ab, wieset ab, abgewiesen)
    • ablehnen verbe (lehne ab, lehnst ab, lehnt ab, lehnte ab, lehntet ab, abgelehnt)
    • verweigern verbe (verweigere, verweigerst, verweigert, verweigerte, verweigertet, verweigert)
    • abschlagen verbe (schlage ab, schlagst ab, schlagt ab, schlagte ab, schlagtet ab, abgeschlagen)
    • ausschlagen verbe (schlage aus, schlägst aus, schlägt aus, schlug aus, schlugt aus, ausgeschlagen)
    • zurückweisen verbe (weise zurück, weist zurück, wies zurück, wiest zurück, zurückgewiesen)
    • abprallen verbe (pralle ab, prallst ab, prallt ab, prallte ab, pralltet ab, abgeprallt)
  2. afketsen (wegstemmen; verwerpen; afwijzen; )
    abweisen; verweigern; ablehnen; zurückweisen; abschlagen
    • abweisen verbe (weise ab, weisest ab, weist ab, wies ab, wieset ab, abgewiesen)
    • verweigern verbe (verweigere, verweigerst, verweigert, verweigerte, verweigertet, verweigert)
    • ablehnen verbe (lehne ab, lehnst ab, lehnt ab, lehnte ab, lehntet ab, abgelehnt)
    • zurückweisen verbe (weise zurück, weist zurück, wies zurück, wiest zurück, zurückgewiesen)
    • abschlagen verbe (schlage ab, schlagst ab, schlagt ab, schlagte ab, schlagtet ab, abgeschlagen)

Conjugations for afketsen:

o.t.t.
  1. kets af
  2. ketst af
  3. ketst af
  4. ketsen af
  5. ketsen af
  6. ketsen af
o.v.t.
  1. ketste af
  2. ketste af
  3. ketste af
  4. ketsten af
  5. ketsten af
  6. ketsten af
v.t.t.
  1. heb afgeketst
  2. hebt afgeketst
  3. heeft afgeketst
  4. hebben afgeketst
  5. hebben afgeketst
  6. hebben afgeketst
v.v.t.
  1. had afgeketst
  2. had afgeketst
  3. had afgeketst
  4. hadden afgeketst
  5. hadden afgeketst
  6. hadden afgeketst
o.t.t.t.
  1. zal afketsen
  2. zult afketsen
  3. zal afketsen
  4. zullen afketsen
  5. zullen afketsen
  6. zullen afketsen
o.v.t.t.
  1. zou afketsen
  2. zou afketsen
  3. zou afketsen
  4. zouden afketsen
  5. zouden afketsen
  6. zouden afketsen
diversen
  1. kets af!
  2. ketst af!
  3. afgeketst
  4. afketsende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for afketsen:

NounRelated TranslationsOther Translations
Abprallen afketsen; afstuiten; ricocheren; terugkaatsen
Abrutschen afketsen; afstuiten; ricocheren; terugkaatsen inzakken; kelderen; sterk in waarde dalen; terugvallen
Einsinken afketsen; afstuiten; ricocheren; terugkaatsen inzakken; inzinken; kelderen; sterk in waarde dalen; terugvallen; uitzakking; verzakking; wegzinken
VerbRelated TranslationsOther Translations
ablehnen afketsen; afstemmen; afwijzen; ricocheren; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen afdrijven; afkeuren; afstellen; afstemmen; afwijzen; bedanken; bijstellen; danken; declineren; ongeschikt verklaren; ontheffen; ontslaan; regelen; uitsturen; verlijeren; vertikken; verwerpen; verzenden; wegsturen; wegzenden; weigeren; wraken
abprallen afketsen; ricocheren afstuiten
abschlagen afketsen; afstemmen; afwijzen; ricocheren; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen abstineren; afbikken; afkeuren; afkloppen; afslaan; afstemmen; afwijzen; afwimpelen; bedanken; danken; onthouden; verwerpen; wegbikken
abweisen afketsen; afstemmen; afwijzen; ricocheren; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen afkeuren; afschepen; afstemmen; afwijzen; afwimpelen; negeren; ontheffen; ontslaan; uitsturen; verwerpen; verzenden; wegsturen; wegzenden; weigeren
ausschlagen afketsen; ricocheren afkeuren; afstemmen; afwijzen; bal buiten de lijnen slaan; bedanken; danken; schoppen; trappen; trappen geven; uitslaan; verwerpen
verweigern afketsen; afstemmen; afwijzen; ricocheren; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen verbieden
zurückweisen afketsen; afstemmen; afwijzen; ricocheren; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen afkeuren; afstemmen; afwijzen; bedanken; danken; ontheffen; ontslaan; uitsturen; verwerpen; verzenden; wegsturen; wegzenden; weigeren

Related Definitions for "afketsen":

  1. ergens tegenaan botsen en van richting veranderen1
    • de kogel ketste af op de helm1
  2. niet doorgaan1
    • het plan is afgeketst omdat het te veel kostte1

Wiktionary Translations for afketsen:

afketsen
verb
  1. een voorstel verwerpen

Cross Translation:
FromToVia
afketsen abprallen skim — ricochet

External Machine Translations: