Dutch
Detailed Translations for aftroeven from Dutch to German
aftroeven:
-
aftroeven (overtroeven)
übertrumpfen; abtrumpfen-
übertrumpfen verbe (übertrumpfe, übertrumpfst, übertrumpft, übertrumpfte, übertrumpftet, übertrumpft)
-
Conjugations for aftroeven:
o.t.t.
- troef af
- troeft af
- troeft af
- troeven af
- troeven af
- troeven af
o.v.t.
- troefde af
- troefde af
- troefde af
- troefden af
- troefden af
- troefden af
v.t.t.
- heb afgetroefd
- hebt afgetroefd
- heeft afgetroefd
- hebben afgetroefd
- hebben afgetroefd
- hebben afgetroefd
v.v.t.
- had afgetroefd
- had afgetroefd
- had afgetroefd
- hadden afgetroefd
- hadden afgetroefd
- hadden afgetroefd
o.t.t.t.
- zal aftroeven
- zult aftroeven
- zal aftroeven
- zullen aftroeven
- zullen aftroeven
- zullen aftroeven
o.v.t.t.
- zou aftroeven
- zou aftroeven
- zou aftroeven
- zouden aftroeven
- zouden aftroeven
- zouden aftroeven
diversen
- troef af!
- troeft af!
- afgetroefd
- aftroevende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
aftroeven (overtroeven)
Translation Matrix for aftroeven:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Abtrumpfen | aftroeven; overtroeven | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
abtrumpfen | aftroeven; overtroeven | |
übertrumpfen | aftroeven; overtroeven |