Summary
Dutch to German: more detail...
- arceren:
-
Wiktionary:
- arceren → schraffieren
- arceren → schraffieren
Dutch
Detailed Translations for arceren from Dutch to German
arceren:
-
arceren
schraffieren-
schraffieren verbe
-
Conjugations for arceren:
o.t.t.
- arceer
- arceert
- arceert
- arceren
- arceren
- arceren
o.v.t.
- arceerde
- arceerde
- arceerde
- arceerden
- arceerden
- arceerden
v.t.t.
- heb gearceerd
- hebt gearceerd
- heeft gearceerd
- hebben gearceerd
- hebben gearceerd
- hebben gearceerd
v.v.t.
- had gearceerd
- had gearceerd
- had gearceerd
- hadden gearceerd
- hadden gearceerd
- hadden gearceerd
o.t.t.t.
- zal arceren
- zult arceren
- zal arceren
- zullen arceren
- zullen arceren
- zullen arceren
o.v.t.t.
- zou arceren
- zou arceren
- zou arceren
- zouden arceren
- zouden arceren
- zouden arceren
diversen
- arceer!
- arceert!
- gearceerd
- arcerende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for arceren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
schraffieren | arceren |
Wiktionary Translations for arceren:
arceren
Cross Translation:
verb
-
technisches Zeichnen:
-
Bildende Kunst: mittels eng aneinander gesetzten Strichen Grauwerte, Farbton und Schattierungen in einer bildlichen Darstellung erzeugen
-
Kartographie, veraltet: auf angewandte Karte, Gebiete mit bestimmten geographischen Eigenschaften mittels feinen, in unterschiedlicher Stärke, Dichte und Richtung angeordneten Schraffen plastisch hervorheben
-
Heraldik: die Wappenfarben, etwa einer Schwarz-Weiß-Tinktur oder bei Metallarbeiten, codieren mittels dicht nebeneinander gesetzter Punkte und Striche darstellen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• arceren | → schraffieren | ↔ crosshatch — to mark or fill with a crosshatch pattern |