Dutch

Detailed Translations for bekoorlijkheid from Dutch to German

bekoorlijkheid:

bekoorlijkheid [de ~ (v)] nom

  1. de bekoorlijkheid (bevalligheid)
    der Reiz; die Süße; die Anmut; die Attraktivität; die Grazie; die Lieblichkeit; der Liebreiz
  2. de bekoorlijkheid (bekoring; aantrekkelijkheid; fascinatie; betovering; aanlokkelijkheid)
    die Bezauberung; der Reiz; die Anmut; der Charme; der Zauber; die Versuchung; die Verführung
  3. de bekoorlijkheid (aantrekkingskracht; charme; aanlokkelijkheid; )
    der Scharm; der Reiz; die Bezauberung; die Anmut; die Grazie; der Zauber; die Lieblichkeit; der Liebreiz

Translation Matrix for bekoorlijkheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
Anmut aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; aantrekkingskracht; bekoorlijkheid; bekoring; betovering; bevalligheid; charme; fascinatie; gratie beminnelijkheid; liefheid; lieflijkheid; lieftalligheid; zoetheid
Attraktivität bekoorlijkheid; bevalligheid
Bezauberung aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; aantrekkingskracht; bekoorlijkheid; bekoring; betovering; charme; fascinatie; gratie betovering; extase; geestvervoering; magie; trance; verrukking; vervoering
Charme aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; bekoorlijkheid; bekoring; betovering; fascinatie
Grazie aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; aantrekkingskracht; bekoorlijkheid; bekoring; bevalligheid; charme; gratie begenadiging; genade; gratie; kwijtschelding; lieflijkheid; lieftalligheid; pardon; sierlijkheid
Lieblichkeit aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; aantrekkingskracht; bekoorlijkheid; bekoring; bevalligheid; charme; gratie fleur; frisse bekoorlijkheid; lieflijkheid; lieftalligheid
Liebreiz aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; aantrekkingskracht; bekoorlijkheid; bekoring; bevalligheid; charme; gratie beminnelijkheid
Reiz aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; aantrekkingskracht; bekoorlijkheid; bekoring; betovering; bevalligheid; charme; fascinatie; gratie aai; aaiing; aanhalen; aanmoediging; aansporing; aantrekkelijkheid; animering; attractiviteit; gestreel; impuls; liefkozing; lieflijkheid; lieftalligheid; luim; opwekking; opwelling; prikkel; stimulans; stimulering; streling; vleien
Scharm aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; aantrekkingskracht; bekoorlijkheid; bekoring; charme; gratie
Süße bekoorlijkheid; bevalligheid liefje; zoete smaak
Verführung aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; bekoorlijkheid; bekoring; betovering; fascinatie aanvechting; bekoring; betovering; extase; geestvervoering; seductie; temptatie; trance; verleiding; verlokking; verovering; verrukking; vervoering; verzoeking
Versuchung aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; bekoorlijkheid; bekoring; betovering; fascinatie boetedoening; boetstraf
Zauber aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; aantrekkingskracht; bekoorlijkheid; bekoring; betovering; charme; fascinatie; gratie tovenarij; toverkunst

Related Words for "bekoorlijkheid":


bekoorlijk:

bekoorlijk adj

  1. bekoorlijk (aimabel; charmant)
  2. bekoorlijk (aanbiddelijk; aantrekkelijk; schattig; )
  3. bekoorlijk (alleraardigst; charmant; allerliefst)
  4. bekoorlijk (aantrekkelijk; attractief; uitnodigend; )
  5. bekoorlijk (mooi; aantrekkelijk; aanlokkelijk; )
  6. bekoorlijk (aanlokkelijk; verleidelijk; aantrekkelijk; uitnodigend; attractief)

Translation Matrix for bekoorlijk:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
Liebenswürdig aimabel; bekoorlijk; charmant
allerliebst aanlokkelijk; aantrekkelijk; alleraardigst; allerliefst; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; knap; mooi aardig; allerliefst; bevallig; charmant; dierbare; dottig; enig; geliefde; lief; lieflijk; prettig; schattig; snoezig; vertederend
anmutig aanbiddelijk; aanlokkelijk; aantrekkelijk; alleraardigst; allerliefst; attractief; begeerenswaardig; bekoorlijk; bevallig; charmant; knap; mooi; schattig; uitlokkend; uitnodigend; verleidelijk; verlokkend; verrukkelijk; verzoekend aanvallig; aardig; bevallig; charmant; chic; elegant; esthetisch; geraffineerd; gracieus; liefelijk; lieflijk; lieftallig; modieuze verfijning; prettig; sierlijk; smaakvol; stijlvol; verfijnd
anmutsvoll aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; uitlokkend; uitnodigend; verlokkend; verzoekend
anziehend aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; uitlokkend; uitnodigend; verleidelijk; verlokkend; verzoekend aantrekkelijke; attractief; fraai; goed ogend; knap; mooi; verleidelijk; verlokkend; verzoekend; welgevallig
attraktiv aanbiddelijk; aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; begeerenswaardig; bekoorlijk; bevallig; charmant; knap; mooi; schattig; uitlokkend; uitnodigend; verleidelijk; verlokkend; verrukkelijk; verzoekend aantrekkelijke; aardig; attractief; bevallig; decoratief; fraai; goed ogend; knap; leuk; lief; mooi; schoon; sympathiek; verleidelijk; verlokkend; verzoekend; welgemaakt; welgevallig
charmant aanlokkelijk; aantrekkelijk; aimabel; alleraardigst; allerliefst; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; knap; mooi aardig; beheksend; betoverend; bevallig; charmant; prettig
einladend aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; uitlokkend; uitnodigend; verlokkend; verzoekend
entzückend aanlokkelijk; aantrekkelijk; alleraardigst; allerliefst; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; knap; mooi aangenaam; aanvallig; aardig; allerliefst; beeldschoon; behaaglijk; beheksend; betoverend; bevallig; charmant; elegant; fijn; genegenheid opwekkend; glorierijk; gracieus; innemend; leuk; luisterrijk; lustrijk; magnifiek; minzaam; oogverblindend; plezant; plezierig; prachtig; prettig; schattig; schitterend; sierlijk; snoeperig; snoezig; verblindend; wonderschoon
flott aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; uitnodigend; verleidelijk ad rem; adrem; attractief; bezet; bijdehand; clever; druk; drukbezet; flitsend; fraai; gevat; goed ogend; hip; kien; knap; mooi; pienter; raak; schrander; slagvaardig; slim; snedig; snel; snugger; trendy; uitgeslapen; vlot; wakker; welgevallig
freundlich aimabel; bekoorlijk; charmant aangenaam; aardig; amicaal; attent; bedaard; behulpzaam; bevallig; charmant; coöperatief; gelijkmoedig; geschikt; goedaardig; goedhartig; hartelijk; hulpvaardig; jofel; kalm; kalmpjes; kameraadschappelijk; leuk; lief; medewerkend; minnelijk; onbewogen; op een aardige manier; plezierig; prettig; rustig; sereen; sympathiek; tof; voorkomend; vriendelijk; vriendschappelijk; welwillend; zachtaardig
gefällig aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; knap; mooi aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; bereidwillig; dienstbaar; dienstwillig; gedienstig; gedwee; gehoorzaam; geschikt; gewillig; goedaardig; goedhartig; heugelijk; heuglijk; hulpvaardig; inschikkelijk; meegaand; plezierig; soepel; tegemoetkomend; toegeeflijk; toegevend; toeschietelijk; tof; verblijdend; voorkomend; vriendelijk; welwillend; willig; zachtaardig
goldig aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; knap; mooi aardig; allerliefst; bevallig; charmant; dottig; enig; lief; lieflijk; prettig; schattig; snoezig; vertederend
graziös aanlokkelijk; aantrekkelijk; alleraardigst; allerliefst; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; knap; mooi aanvallig; bevallig; chic; elegant; esthetisch; geraffineerd; gracieus; modieuze verfijning; sierlijk; smaakvol; stijlvol; verfijnd
gutaussehend aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; uitnodigend; verleidelijk aantrekkelijke; aardig; attractief; bevallig; decoratief; fraai; goed ogend; knap; leuk; leuk van uiterlijk; lief; mooi; schoon; sympathiek; welgemaakt; welgevallig
hübsch aanlokkelijk; aantrekkelijk; alleraardigst; allerliefst; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; knap; mooi; uitlokkend; uitnodigend; verleidelijk; verlokkend; verzoekend aangekleed; aanvallig; aardig; attractief; bevallig; charmant; elegant; fraai; gekleed; goed ogend; gracieus; knap; leuk; leuk van uiterlijk; leukjes; lief; lieflijk; mooi; prettig; schoon; sierlijk; sympathiek; welgemaakt; welgevallig
lieblich aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; knap; mooi aanvallig; aardig; bevallig; charmant; elegant; gracieus; liefelijk; lieflijk; lieftallig; prettig; sierlijk
reizend aanbiddelijk; aanlokkelijk; aantrekkelijk; alleraardigst; allerliefst; attractief; begeerenswaardig; bekoorlijk; bevallig; charmant; knap; mooi; schattig; uitlokkend; uitnodigend; verleidelijk; verlokkend; verrukkelijk; verzoekend aanvallig; aardig; allerliefst; attractief; beheksend; beminnelijk; betoverend; bevallig; charmant; complimenteus; dottig; elegant; enig; flatterend; fraai; goed ogend; gracieus; knap; leuk; leukjes; lief; lieflijk; mooi; prettig; schattig; sierlijk; snoeperig; snoezig; strelend; sympathiek; verleidelijk; verlokkend; vertederend; verzoekend; vleiend; welgevallig
reizvoll aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; uitlokkend; uitnodigend; verlokkend; verzoekend
schick aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; uitnodigend; verleidelijk aangekleed; aanzienlijk; adelijk; attractief; beroemd; chic; doorluchtig; elegant; esthetisch; flitsend; fraai; gaaf; gedistingeerd; gekleed; geraffineerd; gewichtig; goed ogend; gracieus; hip; hooggeplaatst; illuster; knap; mieters; modieus; mooi; schitterend; sierlijk; smaakvol; snel; stijlvol; tof; trendy; verfijnd; verheven; vlot; voornaam; welgevallig
schmackhaft aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; uitlokkend; uitnodigend; verlokkend; verzoekend aanlokkelijk; lekker; smakelijk; verleidelijk; verlokkend; verzoekend
schön aanbiddelijk; aanlokkelijk; aantrekkelijk; alleraardigst; allerliefst; attractief; begeerenswaardig; bekoorlijk; bevallig; charmant; knap; mooi; schattig; uitlokkend; uitnodigend; verleidelijk; verlokkend; verrukkelijk; verzoekend aangenaam; aardig; appetijtelijk; attractief; behaaglijk; bevallig; bewonderenswaardig; charmant; comfortabel; decoratief; fijn; fraai; gemakkelijk; geriefelijk; goed ogend; hartelijk; knap; leuk; lief; lieflijk; minnelijk; mooi; oogstrelend; plezant; plezierig; prettig; schoon; slank en smal; sympathiek; vriendelijk; welgemaakt; welgevallig
sehr gefallig alleraardigst; allerliefst; bekoorlijk; charmant
verlockend aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; uitlokkend; uitnodigend; verleidelijk; verlokkend; verzoekend aanlokkelijk; aantrekkelijke; lekker; smakelijk; verleidelijk; verlokkend; verzoekend
zierlich aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; uitlokkend; uitnodigend; verlokkend; verzoekend aanvallig; aardig; attractief; bevallig; charmant; dun; elegant; fijn; fijngebouwd; fraai; goed ogend; gracieus; knap; lieflijk; mooi; prettig; rank; sierlijk; slank; tenger; welgevallig

Related Words for "bekoorlijk":


Wiktionary Translations for bekoorlijk:


Cross Translation:
FromToVia
bekoorlijk hübsch; nett; süß; bezauberend; entzückend; anmutig; hold; lieblich; reizend; charmant; graziös; zierlich mignon — Qui, dans son apparence menue, offre de la grâce et de la gentillesse
bekoorlijk allerliebst; anmutig; hold; lieblich; reizend; charmant; bezauberend; entzückend ravissant — (figuré) Qui transporter d’admiration.

Related Translations for bekoorlijkheid