Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Translate breedheid

Translate breedheid from Dutch to German

Summary

Dutch to German: more detail...

breedheid:
- Breite; Großzügigkeit; Breitschulterigheit
breed:
- breit; breitschultrig; kräftig; stark; robust; weit
Wiktionary:
- breed → breit, weit, reichlich, überflüssig, überschüssig, versehen, ausgedehnt, geräumig, umfassend, umfangreich

Dutch

Detailed Translations for breedheid from Dutch to German

breedheid:

breedheid [de ~ (v)] nom

de breedheid (breedte)
die Breite; die Großzügigkeit
- Breite [die ~] nom
- Großzügigkeit [die ~] nom
de breedheid (breedgeschouderdheid)
die Breite; die Breitschulterigheit
- Breite [die ~] nom
- Breitschulterigheit [die ~] nom

Translation Matrix for breedheid:

Noun	Related Translations	Other Translations
Breite	breedgeschouderdheid; breedheid; breedte
Breitschulterigheit	breedgeschouderdheid; breedheid
Großzügigkeit	breedheid; breedte	goedgeefsheid; grootschaligheid; gulheid; mildadigheid; mildheid; royaliteit; ruimhartigheid; scheutigheid; vrijgevigheid

Related Words for "breedheid":

breed

breedheid form of breed:

breed adj

breed (breedgeschouderd)
breit; breitschultrig
- breit adj
- breitschultrig adj
breed (uit de kluiten gewassen; fors)
breit; kräftig; stark; robust
- breit adj
- kräftig adj
- stark adj
- robust adj
breed (wijd)

– met veel ruimte van zijkant naar zijkant ¹
weit; breit
- weit adj
- breit adj

Translation Matrix for breed:

Noun	Related Translations	Other Translations
-	bef
Adjective	Related Translations	Other Translations
-	wijd
Modifier	Related Translations	Other Translations
breit	breed; breedgeschouderd; fors; uit de kluiten gewassen; wijd	in details; uitgewerkt
breitschultrig	breed; breedgeschouderd
kräftig	breed; fors; uit de kluiten gewassen	betrouwbaar; daadkrachtig; degelijk; deugdelijk; doortastend; drastisch; dynamisch; energiek; erg; fel; ferm; fiks; flink; fors; fysiek sterk; geanimeerd; heftig; hevig; krachtdadig; krachtig; levendig; massief; met een krachtige uitwerking; niet hol; potig; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd; vief; vol fut
robust	breed; fors; uit de kluiten gewassen	betrouwbaar; degelijk; deugdelijk; ferm; fiks; flink; fors; massief; niet hol; potig; robuust; solide; stabiel; sterk; stevig; stevig gebouwd
stark	breed; fors; uit de kluiten gewassen	agressief; dapper; dik; dikwijls; erg; fantastisch; fel; ferm; flink; fors; frequent; fysiek sterk; gaaf; geducht; gestreng; gewelddadig; geweldig; gigantisch; grandioos; groots; heftig; heldhaftig; heroïsch; hevig; immens; in details; in hoge mate; kloek; kolossaal; krachtig; lijvig; magnifiek; massief; meermaals; menigmaal; mieters; moedig; niet hol; niet toegevend; onverschrokken; potig; regelmatig; reusachtig; schitterend; stabiel; sterk; stevig; stout; stoutmoedig; streng; tof; uitgewerkt; uitnemend; uitstekend; vaak; veelvuldig; vet; voortreffelijk; zeer groot; zwaar van lijf
weit	breed; wijd	in details; ruim; uitgewerkt; wijd

Related Words for "breed":

breedheid, breedst, breedste, brede

Synonyms for "breed":

wijd

Antonyms for "breed":

nauw; smal

Related Definitions for "breed":

met veel ruimte van zijkant naar zijkant¹
- deze straat is breed¹

Wiktionary Translations for breed:

Cross Translation:

From	To	Via
• breed	→ breit	↔ broad — having a specified width
• breed	→ breit; weit	↔ wide — having a large physical extent from side to side
• breed	→ reichlich; überflüssig; überschüssig; versehen; ausgedehnt; geräumig; weit; breit; umfassend; umfangreich	↔ ample — Qui dépasser en largeur et en longueur la mesure ordinaire.
• breed	→ breit; reichlich; überflüssig; überschüssig; versehen; ausgedehnt; geräumig; weit; umfassend; umfangreich	↔ large — Qualifie un corps considérer dans l’extension qu’il a d’un de ses côtés à l’autre, lorsqu'on parle de sa plus petite longueur, par opposition à long.

¹Muiswerk Woordenboek