Summary
Dutch to German: more detail...
- deugnieten:
-
deugniet:
- Schmutzfink; Lausbub; Schalk; Ekel; Taugenichts; Lump; Schurke; Iltis; Schmierfink; Scherzbold; Rotznase; Bengel; Schelm
-
Wiktionary:
- deugniet → Bengel, Taugenichts
- deugniet → Teufelin, Teufel, Bengel, Strolch, Schlingel, Frechdachs
Dutch
Detailed Translations for deugnieten from Dutch to German
deugnieten:
-
de deugnieten (gladakkers; boefjes; guiten; schavuiten)
Translation Matrix for deugnieten:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Schalke | boefjes; deugnieten; gladakkers; guiten; schavuiten | grappenmakers; guiten; komedianten; komieken; olijkerds; paljassen; picaro; schavuit; schelm |
Schelme | boefjes; deugnieten; gladakkers; guiten; schavuiten | schoften; smeerlappen; varkens; viezeriken; zwijnen |
Schurken | boefjes; deugnieten; gladakkers; guiten; schavuiten | achterbakse personen; boeven; onbetrouwbare kerels; rabauwen; rotzakken; schoeljes; schoften; schurken; smeerlappen; smiechten; varkens; viezeriken; zwijnen |
Related Words for "deugnieten":
deugniet:
Translation Matrix for deugniet:
Related Words for "deugniet":
Synonyms for "deugniet":
Related Definitions for "deugniet":
External Machine Translations: