Summary
Dutch to German: more detail...
- doorboren:
-
Wiktionary:
- doorboren → anzapfen, lochen, durchbohren, bohren, durchlöchern
Dutch
Detailed Translations for doorboren from Dutch to German
doorboren:
-
doorboren (gaatjes maken in; perforeren)
perforieren; durchbohren; durchlöchern; durchstoßen; durchstechen; hineindringen-
perforieren verbe
-
durchlöchern verbe (löcherne durch, löchernst durch, löchernt durch, löchernte durch, löcherntet durch, durchlöchert)
-
hineindringen verbe (dringe hinein, dringst hinein, dringt hinein, drang hinein, drangt hinein, hineingedrungen)
-
Conjugations for doorboren:
o.t.t.
- boor door
- boort door
- boort door
- boren door
- boren door
- boren door
o.v.t.
- boorde door
- boorde door
- boorde door
- boorden door
- boorden door
- boorden door
v.t.t.
- heb doorgeboord
- hebt doorgeboord
- heeft doorgeboord
- hebben doorgeboord
- hebben doorgeboord
- hebben doorgeboord
v.v.t.
- had doorgeboord
- had doorgeboord
- had doorgeboord
- hadden doorgeboord
- hadden doorgeboord
- hadden doorgeboord
o.t.t.t.
- zal doorboren
- zult doorboren
- zal doorboren
- zullen doorboren
- zullen doorboren
- zullen doorboren
o.v.t.t.
- zou doorboren
- zou doorboren
- zou doorboren
- zouden doorboren
- zouden doorboren
- zouden doorboren
en verder
- is doorgeboord
- zijn doorgeboord
diversen
- boor door!
- boort door!
- doorgeboord
- doorborend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for doorboren:
Related Definitions for "doorboren":
Wiktionary Translations for doorboren:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• doorboren | → anzapfen | ↔ broach — make a hole in |
• doorboren | → lochen; durchbohren; bohren; durchlöchern | ↔ percer — Traverser en faisant un trou, une ouverture. (Sens général). |