Summary
Dutch to German: more detail...
- doorschijnend:
- doorschijnen:
-
Wiktionary:
- doorschijnend → durchsichtig, klar, durchscheinend, diaphan, lichtdurchlässig, transparent
Dutch
Detailed Translations for doorschijnend from Dutch to German
doorschijnend:
-
doorschijnend (doorzichtig; transparant)
transparent; durchsichtig; durchscheinend; gläsern; glasig; glashell; glasartig-
transparent adj
-
durchsichtig adj
-
durchscheinend adj
-
gläsern adj
-
glasig adj
-
glashell adj
-
glasartig adj
-
Translation Matrix for doorschijnend:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
transparent | doorschijnend; doorzichtig; transparant | transparant |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
durchscheinend | doorschijnend; doorzichtig; transparant | |
durchsichtig | doorschijnend; doorzichtig; transparant | glasachtig; glazig |
glasartig | doorschijnend; doorzichtig; transparant | glasachtig; glazig |
glashell | doorschijnend; doorzichtig; transparant | duidelijk; flagrant; glasachtig; glashelder; glazig; kristalhelder; op heterdaad; overduidelijk; zo klaar als een klontje; zonneklaar |
glasig | doorschijnend; doorzichtig; transparant | glasachtig; glazig; leeg; nietszeggend; uitdrukkingsloos; wazig; wezenloos |
gläsern | doorschijnend; doorzichtig; transparant | breekbaar; broos; duidelijk; dun; flagrant; fragiel; gammel; glasachtig; glazen; glazig; ijl; krakkemikkig; kwetsbaar; overduidelijk; teer; van geringe dichtheid; verhelderend; wankel; zo klaar als een klontje; zonneklaar; zwak |
Wiktionary Translations for doorschijnend:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• doorschijnend | → durchsichtig; klar | ↔ clear — transparent in colour |
• doorschijnend | → durchscheinend; diaphan; durchsichtig | ↔ diaphanous — Transparent; allowing light to pass through; capable of being seen through |
• doorschijnend | → lichtdurchlässig | ↔ translucent — allowing light to pass through, but diffusing it |
• doorschijnend | → durchscheinend; durchsichtig; transparent | ↔ translucide — physique|fr Qualifie un corps qui laisser passer une lumière diffuse, sans permettre de distinguer les objets à travers. |
doorschijnen:
-
doorschijnen
durchscheinen; durchschimmern-
durchscheinen verbe
-
durchschimmern verbe (durchschimmere, durchschimmerst, durchschimmert, durchschimmerte, durchschimmertet, durchschimmert)
-
Conjugations for doorschijnen:
o.t.t.
- schijn door
- schijnt door
- schijnt door
- schijnen door
- schijnen door
- schijnen door
o.v.t.
- scheen door
- scheen door
- scheen door
- schenen door
- schenen door
- schenen door
v.t.t.
- heb doorgeschenen
- hebt doorgeschenen
- heeft doorgeschenen
- hebben doorgeschenen
- hebben doorgeschenen
- hebben doorgeschenen
v.v.t.
- had doorgeschenen
- had doorgeschenen
- had doorgeschenen
- hadden doorgeschenen
- hadden doorgeschenen
- hadden doorgeschenen
o.t.t.t.
- zal doorschijnen
- zult doorschijnen
- zal doorschijnen
- zullen doorschijnen
- zullen doorschijnen
- zullen doorschijnen
o.v.t.t.
- zou doorschijnen
- zou doorschijnen
- zou doorschijnen
- zouden doorschijnen
- zouden doorschijnen
- zouden doorschijnen
diversen
- schijn door!
- schijnt door!
- doorgeschenen
- doorschijnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for doorschijnen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
durchscheinen | doorschijnen | |
durchschimmern | doorschijnen | doorschemeren |