Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. dwalingen:
  2. dwaling:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for dwalingen from Dutch to German

dwalingen:

dwalingen [de ~] nom, pluriel

  1. de dwalingen (misstappen)
    der Irrtümer; der Schnitzer
  2. de dwalingen (vergissingen; misvattingen)
    der Irrtümer

Translation Matrix for dwalingen:

NounRelated TranslationsOther Translations
Irrtümer dwalingen; misstappen; misvattingen; vergissingen blunders; flaters; fouten; onjuistheden
Schnitzer dwalingen; misstappen blunder; domheid; enormiteit; feil; flater; fout; fouten; giller; houtsnijder; incorrectheid; misgreep; misstap; onjuistheden; onjuistheid

Related Words for "dwalingen":


dwaling: