Dutch
Detailed Translations for een avontuurtje hebben from Dutch to German
een avontuurtje hebben:
een avontuurtje hebben verbe (heb een avontuurtje, hebt een avontuurtje, heeft een avontuurtje, had een avontuurtje, hadden een avontuurtje, een avontuurtje gehad)
-
een avontuurtje hebben
Conjugations for een avontuurtje hebben:
o.t.t.
- heb een avontuurtje
- hebt een avontuurtje
- heeft een avontuurtje
- hebben een avontuurtje
- hebben een avontuurtje
- hebben een avontuurtje
o.v.t.
- had een avontuurtje
- had een avontuurtje
- had een avontuurtje
- hadden een avontuurtje
- hadden een avontuurtje
- hadden een avontuurtje
v.t.t.
- heb een avontuurtje gehad
- hebt een avontuurtje gehad
- heeft een avontuurtje gehad
- hebben een avontuurtje gehad
- hebben een avontuurtje gehad
- hebben een avontuurtje gehad
v.v.t.
- had een avontuurtje gehad
- had een avontuurtje gehad
- had een avontuurtje gehad
- hadden een avontuurtje gehad
- hadden een avontuurtje gehad
- hadden een avontuurtje gehad
o.t.t.t.
- zal een avontuurtje hebben
- zult een avontuurtje hebben
- zal een avontuurtje hebben
- zullen een avontuurtje hebben
- zullen een avontuurtje hebben
- zullen een avontuurtje hebben
o.v.t.t.
- zou een avontuurtje hebben
- zou een avontuurtje hebben
- zou een avontuurtje hebben
- zouden een avontuurtje hebben
- zouden een avontuurtje hebben
- zouden een avontuurtje hebben
diversen
- heb een avontuurtje!
- een avontuurtje gehad
- een avontuurtje hebbend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for een avontuurtje hebben:
Verb | Related Translations | Other Translations |
ein Abenteuer haben | een avontuurtje hebben |