Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. feestelijk onthalen:


Dutch

Detailed Translations for feestelijk onthalen from Dutch to German

feestelijk onthalen:

feestelijk onthalen verbe

  1. feestelijk onthalen (fuiven; fêteren)
    bewirten; feiern; ehren; spendieren; einen ausgeben; festlich bewirten
    • bewirten verbe (bewirte, bewirtest, bewirtet, bewirtete, bewirtetet, bewirtet)
    • feiern verbe (feiere, feierst, feiert, feierte, feiertet, gefeiert)
    • ehren verbe (ehre, ehrst, ehrt, ehrte, ehrtet, geehrt)
    • spendieren verbe (spendiere, spendierst, spendiert, spendierte, spendiertet, spendiert)
    • einen ausgeben verbe (gebe einen aus, gibst einen aus, gibt einen aus, gab einen aus, gabt einen aus, einen ausgegeben)

Translation Matrix for feestelijk onthalen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
bewirten feestelijk onthalen; fuiven; fêteren binnenhalen; onthalen; ontvangen; vergasten
ehren feestelijk onthalen; fuiven; fêteren achten; appreciëren; de hemel in prijzen; eer aandoen; eer bewijzen; eerbied bewijzen; eerbiedigen; eren; hemelhoog prijzen; hoogachten; hoogschatten; houden aan; hulde bewijzen; huldigen; in ere houden; lofprijzen; op prijs stellen; ophemelen; respecteren; waarderen
einen ausgeben feestelijk onthalen; fuiven; fêteren fuiven; trakteren
feiern feestelijk onthalen; fuiven; fêteren aan de dijk zetten; aanmoedigen; aanvuren; afdanken; afvloeien; bejubelen; bemoedigen; celebreren; congé geven; eruit gooien; feesten; feestvieren; laten vieren; stimuleren; toejuichen; toemoedigen; van zijn positie verdrijven; vieren
festlich bewirten feestelijk onthalen; fuiven; fêteren
spendieren feestelijk onthalen; fuiven; fêteren besteden; doorbrengen; slijten; spenderen; uitgeven

Related Translations for feestelijk onthalen