Dutch
Detailed Translations for frisheid from Dutch to German
frisheid:
Translation Matrix for frisheid:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Frische | frisheid; koelheid; koelte | versheid |
Frischheit | frisheid; koelheid; koelte | |
Kälte | frisheid; koelheid; koelte | kou; koude; koudheid |
Kühle | frisheid; kilte; koelheid; koelte | afstandelijkheid; gereserveerdheid; kilheid; kilte; koelheid; koelte; kou; koude; ongezelligheid |
Kühlheit | frisheid; koelheid; koelte | kilheid; kilte; kou; koude; ongezelligheid |
Neuheit | frisheid; nieuwheid; originaliteit | nieuwigheid; nieuwtje; noviteit |
Ursprünglichkeit | frisheid; nieuwheid; originaliteit | oorspronkelijk zijn; oorspronkelijkheid; originaliteit |
Related Words for "frisheid":
fris:
Translation Matrix for fris:
Related Words for "fris":
Synonyms for "fris":
Antonyms for "fris":
Related Definitions for "fris":
Wiktionary Translations for fris:
External Machine Translations: