Dutch
Detailed Translations for gedenken from Dutch to German
gedenken:
-
gedenken (herdenken)
gedenken; sich besinnen; sich erinnern-
sich besinnen verbe
-
sich erinnern verbe (erinnere mich, erinnerst dich, erinnert sich, erinnerte sich, erinnertet euch, sich erinnert)
Conjugations for gedenken:
o.t.t.
- gedenk
- gedenkt
- gedenkt
- gedenken
- gedenken
- gedenken
o.v.t.
- gedacht
- gedacht
- gedacht
- gedachten
- gedachten
- gedachten
v.t.t.
- heb gedacht
- hebt gedacht
- heeft gedacht
- hebben gedacht
- hebben gedacht
- hebben gedacht
v.v.t.
- had gedacht
- had gedacht
- had gedacht
- hadden gedacht
- hadden gedacht
- hadden gedacht
o.t.t.t.
- zal gedenken
- zult gedenken
- zal gedenken
- zullen gedenken
- zullen gedenken
- zullen gedenken
o.v.t.t.
- zou gedenken
- zou gedenken
- zou gedenken
- zouden gedenken
- zouden gedenken
- zouden gedenken
diversen
- gedenk!
- gedenkt!
- gedacht
- gedenkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for gedenken:
Verb | Related Translations | Other Translations |
gedenken | gedenken; herdenken | doen denken aan; herinneren; niet vergeten; onthouden |
sich besinnen | gedenken; herdenken | |
sich erinnern | gedenken; herdenken | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
gedenken | herdacht |