Summary


Dutch

Detailed Translations for gekaft from Dutch to German

kaften:

kaften [de ~] nom, pluriel

  1. de kaften
    Einschlagen
  2. de kaften (boekomslagen; omslagen)
    die Umschläge; die Überzüge

kaften verbe (kaft, kaftte, kaftten, gekaft)

  1. kaften

Conjugations for kaften:

o.t.t.
  1. kaft
  2. kaft
  3. kaft
  4. kaften
  5. kaften
  6. kaften
o.v.t.
  1. kaftte
  2. kaftte
  3. kaftte
  4. kaftten
  5. kaftten
  6. kaftten
v.t.t.
  1. heb gekaft
  2. hebt gekaft
  3. heeft gekaft
  4. hebben gekaft
  5. hebben gekaft
  6. hebben gekaft
v.v.t.
  1. had gekaft
  2. had gekaft
  3. had gekaft
  4. hadden gekaft
  5. hadden gekaft
  6. hadden gekaft
o.t.t.t.
  1. zal kaften
  2. zult kaften
  3. zal kaften
  4. zullen kaften
  5. zullen kaften
  6. zullen kaften
o.v.t.t.
  1. zou kaften
  2. zou kaften
  3. zou kaften
  4. zouden kaften
  5. zouden kaften
  6. zouden kaften
en verder
  1. is gekaft
diversen
  1. kaft!
  2. kaft!
  3. gekaft
  4. kaftend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for kaften:

NounRelated TranslationsOther Translations
Einschlagen kaften
Umschläge boekomslagen; kaften; omslagen couverts; dekbladen; enveloppen; kompressen; schutbladen
Überzüge boekomslagen; kaften; omslagen hoezen; overtrekken; tijken
VerbRelated TranslationsOther Translations
ein Buch einschlagen kaften

Related Words for "kaften":