Summary
Dutch to German: more detail...
- gemarineerd:
- marineren:
-
Wiktionary:
- marineren → marinieren
- marineren → marinieren
Dutch
Detailed Translations for gemarineerd from Dutch to German
gemarineerd:
-
gemarineerd
Translation Matrix for gemarineerd:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
eingelegt | gemarineerd | ingeblikt; ingelegd; ingemaakt |
eingemacht | gemarineerd | ingeblikt; ingelegd; ingemaakt |
gemarineerd form of marineren:
-
marineren (toebereiden)
marinieren; einlegen; zubereiten; konservieren-
konservieren verbe (konserviere, konservierst, konserviert, konservierte, konserviertet, konserviert)
Conjugations for marineren:
o.t.t.
- marineer
- marineert
- marineert
- marineren
- marineren
- marineren
o.v.t.
- marineerde
- marineerde
- marineerde
- marineerden
- marineerden
- marineerden
v.t.t.
- heb gemarineerd
- hebt gemarineerd
- heeft gemarineerd
- hebben gemarineerd
- hebben gemarineerd
- hebben gemarineerd
v.v.t.
- had gemarineerd
- had gemarineerd
- had gemarineerd
- hadden gemarineerd
- hadden gemarineerd
- hadden gemarineerd
o.t.t.t.
- zal marineren
- zult marineren
- zal marineren
- zullen marineren
- zullen marineren
- zullen marineren
o.v.t.t.
- zou marineren
- zou marineren
- zou marineren
- zouden marineren
- zouden marineren
- zouden marineren
en verder
- ben gemarineerd
- bent gemarineerd
- is gemarineerd
- zijn gemarineerd
- zijn gemarineerd
- zijn gemarineerd
diversen
- marineer!
- marineert!
- gemarineerd
- marinerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
marineren
Translation Matrix for marineren:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Marinieren | marineren | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
einlegen | marineren; toebereiden | conserveren; in blik conserveren; inblikken; inleggen; inmaken; inpassen; inpekelen; invoegen; inzouten; koppelen; mobiliseren; opzouten; passen in; tussenlassen; tussenleggen; zouten |
konservieren | marineren; toebereiden | behouden; bewaren; conserveren; in blik conserveren; inblikken; inleggen; inmaken; inpekelen; inzouten; opzouten; verduurzamen; wecken; zouten |
marinieren | marineren; toebereiden | |
zubereiten | marineren; toebereiden | bereiden; brouwen; gereed maken; iets toebereiden; klaarmaken; prepareren; toebereiden |
Wiktionary Translations for marineren:
marineren
Cross Translation:
verb
-
(transitiv) Gastronomie: Fleisch oder Fisch längere Zeit in eine gewürzte Soße (Marinade) legen und durchziehen lassen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• marineren | → marinieren | ↔ marinade — to marinate |
• marineren | → marinieren | ↔ marinate — soak in marinade |