Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. gemeubileerd:
  2. meubileren:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for gemeubileerd from Dutch to German

gemeubileerd:

gemeubileerd adj

  1. gemeubileerd

Translation Matrix for gemeubileerd:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
möbliert gemeubileerd

meubileren:

meubileren verbe (meubileer, meubileert, meubileerde, meubileerden, gemeubileerd)

  1. meubileren (inrichten)
    ausstatten; einrichten; möblieren
    • ausstatten verbe (statte aus, stattest aus, stattet aus, stattete aus, stattetet aus, ausgestattet)
    • einrichten verbe (richte ein, richtest ein, richtet ein, richtete ein, richtetet ein, eingerichtet)
    • möblieren verbe (möbliere, möblierst, möbliert, möblierte, möbliertet, möbliert)

Conjugations for meubileren:

o.t.t.
  1. meubileer
  2. meubileert
  3. meubileert
  4. meubileren
  5. meubileren
  6. meubileren
o.v.t.
  1. meubileerde
  2. meubileerde
  3. meubileerde
  4. meubileerden
  5. meubileerden
  6. meubileerden
v.t.t.
  1. heb gemeubileerd
  2. hebt gemeubileerd
  3. heeft gemeubileerd
  4. hebben gemeubileerd
  5. hebben gemeubileerd
  6. hebben gemeubileerd
v.v.t.
  1. had gemeubileerd
  2. had gemeubileerd
  3. had gemeubileerd
  4. hadden gemeubileerd
  5. hadden gemeubileerd
  6. hadden gemeubileerd
o.t.t.t.
  1. zal meubileren
  2. zult meubileren
  3. zal meubileren
  4. zullen meubileren
  5. zullen meubileren
  6. zullen meubileren
o.v.t.t.
  1. zou meubileren
  2. zou meubileren
  3. zou meubileren
  4. zouden meubileren
  5. zouden meubileren
  6. zouden meubileren
diversen
  1. meubileer!
  2. meubileert!
  3. gemeubileerd
  4. meubilerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for meubileren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
ausstatten inrichten; meubileren bekleden; optooien; overtrekken; stofferen; van bekleding voorzien; zich uitdossen; zich uitmonsteren
einrichten inrichten; meubileren aanbrengen; aanleggen; arrangeren; iets op touw zetten; inrichten; installeren; monteren en aansluiten; plaatsen; regelen; reglementeren
möblieren inrichten; meubileren

Wiktionary Translations for meubileren:


Cross Translation:
FromToVia
meubileren möblieren; einrichten furnish — to provide with furniture
meubileren möblieren meublergarnir de meubles.