Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. griffelen:
  2. griffel:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for griffelen from Dutch to German

griffelen:

griffelen verbe

  1. griffelen (met een stift inkrassen; graveren; griffen)
    gravieren; stechen
    • gravieren verbe (graviere, gravierst, graviert, gravierte, graviertet, graviert)
    • stechen verbe (steche, stichst, sticht, stach, stacht, gestochen)

Translation Matrix for griffelen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
gravieren graveren; griffelen; griffen; met een stift inkrassen etsen; graveren
stechen graveren; griffelen; griffen; met een stift inkrassen een barrage rijden; etsen; graveren; priemen; prikken; steken; steken geven; troef zijn

Related Words for "griffelen":


griffelen form of griffel:

griffel [de ~] nom

  1. de griffel (schrijfstift; grift)
    der Griffel; der Stift

Translation Matrix for griffel:

NounRelated TranslationsOther Translations
Griffel griffel; grift; schrijfstift klem; pen; pin
Stift griffel; grift; schrijfstift ballpoint; balpen; benjamin; bisdom; jongste; klem; laatstgeborene; pen; pin; seminarie; sticht; viltpen; viltstift

Related Words for "griffel":

  • griffelen, griffels, griffeltje, griffeltjes

Wiktionary Translations for griffel:


Cross Translation:
FromToVia
griffel Schreibgriffel; Schreibspitze; Eingabestift; Stylus stylus — tool for writing on clay tablets