Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. guillotineren:


Dutch

Detailed Translations for guillotineren from Dutch to German

guillotineren:

guillotineren verbe (guillotineer, guillotineert, guillotineerde, guillotineerden, geguillotineerd)

  1. guillotineren (met de guillotine onthoofden)
    köpfen; enthaupten
    • köpfen verbe (köpfe, köpfst, köpft, köpfte, köpftet, gekopft)
    • enthaupten verbe (enthaupte, enthauptest, enthauptet, enthauptete, enthauptetet, enthauptet)

Conjugations for guillotineren:

o.t.t.
  1. guillotineer
  2. guillotineert
  3. guillotineert
  4. guillotineren
  5. guillotineren
  6. guillotineren
o.v.t.
  1. guillotineerde
  2. guillotineerde
  3. guillotineerde
  4. guillotineerden
  5. guillotineerden
  6. guillotineerden
v.t.t.
  1. heb geguillotineerd
  2. hebt geguillotineerd
  3. heeft geguillotineerd
  4. hebben geguillotineerd
  5. hebben geguillotineerd
  6. hebben geguillotineerd
v.v.t.
  1. had geguillotineerd
  2. had geguillotineerd
  3. had geguillotineerd
  4. hadden geguillotineerd
  5. hadden geguillotineerd
  6. hadden geguillotineerd
o.t.t.t.
  1. zal guillotineren
  2. zult guillotineren
  3. zal guillotineren
  4. zullen guillotineren
  5. zullen guillotineren
  6. zullen guillotineren
o.v.t.t.
  1. zou guillotineren
  2. zou guillotineren
  3. zou guillotineren
  4. zouden guillotineren
  5. zouden guillotineren
  6. zouden guillotineren
en verder
  1. ben geguillotineerd
  2. bent geguillotineerd
  3. is geguillotineerd
  4. zijn geguillotineerd
  5. zijn geguillotineerd
  6. zijn geguillotineerd
diversen
  1. guillotineer!
  2. guillotineert!
  3. geguillotineerd
  4. guillotinerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for guillotineren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
enthaupten guillotineren; met de guillotine onthoofden hoofd afhakken; kopje kleiner maken; onthoofden; van de kop ontdoen
köpfen guillotineren; met de guillotine onthoofden enten; hoofd afhakken; knotten; kopje kleiner maken; koppen; onthoofden; van de kop ontdoen