Dutch
Detailed Translations for herbebossen from Dutch to German
herbebossen:
-
herbebossen
bewalden; wiederaufforsten-
wiederaufforsten verbe (forste wieder auf, forstest wieder auf, forstet wieder auf, forstete wieder auf, forstetet wieder auf, wiederaufgeforstet)
Conjugations for herbebossen:
o.t.t.
- herbebos
- herbebost
- herbebost
- herbebossen
- herbebossen
- herbebossen
o.v.t.
- herbeboste
- herbeboste
- herbeboste
- herbebosten
- herbebosten
- herbebosten
v.t.t.
- heb herbebost
- hebt herbebost
- heeft herbebost
- hebben herbebost
- hebben herbebost
- hebben herbebost
v.v.t.
- had herbebost
- had herbebost
- had herbebost
- hadden herbebost
- hadden herbebost
- hadden herbebost
o.t.t.t.
- zal herbebossen
- zult herbebossen
- zal herbebossen
- zullen herbebossen
- zullen herbebossen
- zullen herbebossen
o.v.t.t.
- zou herbebossen
- zou herbebossen
- zou herbebossen
- zouden herbebossen
- zouden herbebossen
- zouden herbebossen
en verder
- is herbebost
- zijn herbebost
diversen
- herbebos!
- herbebost!
- herbebost
- herbebossend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for herbebossen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
bewalden | herbebossen | bebossen |
wiederaufforsten | herbebossen |