Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. hoedanigheid:
  2. hoedanig:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for hoedanigheid from Dutch to German

hoedanigheid:

hoedanigheid [de ~ (v)] nom

  1. de hoedanigheid (eigenschap)
    die Eigenschaft; die Funktion
  2. de hoedanigheid (kwaliteit; gesteldheid)
    die Qualität; die Eigenschaft; die Beschaffenheit; die Art

Translation Matrix for hoedanigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
Art gesteldheid; hoedanigheid; kwaliteit aard; geaardheid; gemoed; gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; genre; handelwijze; inborst; inslag; karakter; manier; mentaliteit; methode; natuur; procedure; ras; slag; soort; stam; temperament; trant; type; volksstam; wijs; wijze
Beschaffenheit gesteldheid; hoedanigheid; kwaliteit conditie; gesteldheid; positie; staat; toestand; vorm
Eigenschaft eigenschap; gesteldheid; hoedanigheid; kwaliteit eigenschap; karakterisering; karakteristiek; karaktertrek; karaktertrekje; kenmerk; stigma; trekje; typering
Funktion eigenschap; hoedanigheid ambt; baan; betrekking; functie; werk; werkkring; werkplek
Qualität gesteldheid; hoedanigheid; kwaliteit bekwaamheid; capaciteit; gehalte; hoogwaardigheid; kwaliteit; ter zake kundigheid

Related Words for "hoedanigheid":


Wiktionary Translations for hoedanigheid:

hoedanigheid
noun
  1. een gesteldheid
hoedanigheid
noun
  1. heutzutage sehr selten im Plural: Eigenart oder Zustand einer Sache

Cross Translation:
FromToVia
hoedanigheid Qualität; Eigenschaft quality — differentiating property or attribute

hoedanig:

hoedanig adj

  1. hoedanig (wat voor een; hoe)

Translation Matrix for hoedanig:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
was für hoe; hoedanig; wat voor een

Related Words for "hoedanig":


Related Translations for hoedanigheid