Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. in beroering brengen:


Dutch

Detailed Translations for in beroering brengen from Dutch to German

in beroering brengen:

in beroering brengen verbe (breng in beroering, brengt in beroering, bracht in beroering, brachten in beroering, in beroering gebracht)

  1. in beroering brengen (agiteren; opstoken; oppoken)
    erregen; aufregen; beunruhigen; bewegen; schüren; anschüren
    • erregen verbe (errege, erregst, erregt, erregte, erregtet, erregt)
    • aufregen verbe (rege auf, regst auf, regt auf, regte auf, regtet auf, aufgeregt)
    • beunruhigen verbe (beunruhige, beunruhigst, beunruhigt, beunruhigte, beunruhigtet, beunruhigt)
    • bewegen verbe (bewege, bewegst, bewegt, bewegte, bewegtet, bewegt)
    • schüren verbe (schüre, schürst, schürt, schürte, schürtet, geschürt)
    • anschüren verbe (schüre an, schürst an, schürt an, schürte an, schürtet an, angeschürt)

Conjugations for in beroering brengen:

o.t.t.
  1. breng in beroering
  2. brengt in beroering
  3. brengt in beroering
  4. brengen in beroering
  5. brengen in beroering
  6. brengen in beroering
o.v.t.
  1. bracht in beroering
  2. bracht in beroering
  3. bracht in beroering
  4. brachten in beroering
  5. brachten in beroering
  6. brachten in beroering
v.t.t.
  1. heb in beroering gebracht
  2. hebt in beroering gebracht
  3. heeft in beroering gebracht
  4. hebben in beroering gebracht
  5. hebben in beroering gebracht
  6. hebben in beroering gebracht
v.v.t.
  1. had in beroering gebracht
  2. had in beroering gebracht
  3. had in beroering gebracht
  4. hadden in beroering gebracht
  5. hadden in beroering gebracht
  6. hadden in beroering gebracht
o.t.t.t.
  1. zal in beroering brengen
  2. zult in beroering brengen
  3. zal in beroering brengen
  4. zullen in beroering brengen
  5. zullen in beroering brengen
  6. zullen in beroering brengen
o.v.t.t.
  1. zou in beroering brengen
  2. zou in beroering brengen
  3. zou in beroering brengen
  4. zouden in beroering brengen
  5. zouden in beroering brengen
  6. zouden in beroering brengen
en verder
  1. ben in beroering gebracht
  2. bent in beroering gebracht
  3. is in beroering gebracht
  4. zijn in beroering gebracht
  5. zijn in beroering gebracht
  6. zijn in beroering gebracht
diversen
  1. breng in beroering!
  2. brengt in beroering!
  3. in beroering gebracht
  4. in beroering brengend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for in beroering brengen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
anschüren agiteren; in beroering brengen; oppoken; opstoken aanblazen; aanmoedigen; aanstoken; aanvuren; aanwakkeren; bemoedigen; omroeren; oppoken; opporren; oprakelen; opstoken; poken; roeren; stimuleren; stoken; ter sprake brengen; toemoedigen
aufregen agiteren; in beroering brengen; oppoken; opstoken aanleiding geven tot; ophitsen; provoceren; uitdagen; uitlokken
beunruhigen agiteren; in beroering brengen; oppoken; opstoken
bewegen agiteren; in beroering brengen; oppoken; opstoken aangaan; beroeren; betreffen; bewegen; iemand raken; iemand treffen; in beweging brengen; manoeuvreren; marcheren; mixen; omroeren; ontroeren; raken; roeren; treffen; verschuiven; zich bewegen; zich verplaatsen
erregen agiteren; in beroering brengen; oppoken; opstoken aangaan; beroeren; betreffen; ergeren; irriteren; op de zenuwen werken; opwekken; opwinden; prikkelen; raken; stimuleren; treffen; vervelen
schüren agiteren; in beroering brengen; oppoken; opstoken aanblazen; aanmoedigen; aanstoken; aanvuren; aanwakkeren; bemoedigen; omroeren; oppoken; opporren; opstoken; poken; roeren; stimuleren; stoken; toemoedigen

Related Translations for in beroering brengen