Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. in tegenspraak zijn met:


Dutch

Detailed Translations for in tegenspraak zijn met from Dutch to German

in tegenspraak zijn met:

in tegenspraak zijn met verbe

  1. in tegenspraak zijn met (weerspreken; tegenspreken)
    bestreiten; widersprechen; leugnen; verneinen; protestieren; aufmucken
    • bestreiten verbe (bestreite, bestreitest, bestreitet, bestritt, bestrittet, bestritten)
    • widersprechen verbe (widerspreche, widersprichst, widerspricht, widersprach, widerspracht, widersprochen)
    • leugnen verbe (leugne, leugnest, leugnet, leugnete, leugnetet, geleugnet)
    • verneinen verbe (verneine, verneinst, verneint, verneinte, verneintet, verneint)
    • protestieren verbe (protestiere, protestierst, protestiert, protestierte, protestiertet, protestiert)
    • aufmucken verbe (mucke auf, muckst auf, muckt auf, muckte auf, mucktet auf, aufgemuckt)

Translation Matrix for in tegenspraak zijn met:

VerbRelated TranslationsOther Translations
aufmucken in tegenspraak zijn met; tegenspreken; weerspreken in opstand komen; rebelleren; tegengaan; tegenstreven; tegenwerken; weerstreven
bestreiten in tegenspraak zijn met; tegenspreken; weerspreken bakkeleien; bekampen; bestrijden; bevechten; duelleren; kampen; kleunen; knokken; loochenen; matten; ontkennen; protesteren; tegenspreken; tegenwerpen; vechten; weerspreken
leugnen in tegenspraak zijn met; tegenspreken; weerspreken loochenen; ontkennen
protestieren in tegenspraak zijn met; tegenspreken; weerspreken protesteren; tegenspreken; tegenwerpen; weerspreken
verneinen in tegenspraak zijn met; tegenspreken; weerspreken
widersprechen in tegenspraak zijn met; tegenspreken; weerspreken druisen; druist in tegen; opponeren; protesteren; tegenspreken; tegenwerpen; weerspreken

Related Translations for in tegenspraak zijn met