Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. in-/uitzoomen:


Dutch

Detailed Translations for in-/uitzoomen from Dutch to German

in-/uitzoomen:

in-/uitzoomen verbe

  1. in-/uitzoomen (inzoomen)
    vergrößern; zoomen
    • vergrößern verbe (vergrößere, vergrößerst, vergrößert, vergrößerte, vergrößertet, vergrößert)
    • zoomen verbe

Translation Matrix for in-/uitzoomen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
vergrößern in-/uitzoomen; inzoomen aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; expanderen; gedijen; groeien; groter worden; omhooggaan; openen; opzetten; stijgen; talrijker maken; toenemen; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; verbreiden; vergroten; vermeerderen; verruimen; verwijden
zoomen in-/uitzoomen; inzoomen

External Machine Translations:

Related Translations for in-/uitzoomen