Dutch
Detailed Translations for indraaien from Dutch to German
indraaien:
-
indraaien (inschroeven)
eindrehen; einschrauben-
einschrauben verbe (schraube ein, schraubst ein, schraubt ein, schraubte ein, schraubtet ein, eingeschraubt)
Conjugations for indraaien:
o.t.t.
- draai in
- draait in
- draait in
- draaien in
- draaien in
- draaien in
o.v.t.
- draaide in
- draaide in
- draaide in
- draaiden in
- draaiden in
- draaiden in
v.t.t.
- heb ingedraaid
- hebt ingedraaid
- heeft ingedraaid
- hebben ingedraaid
- hebben ingedraaid
- hebben ingedraaid
v.v.t.
- had ingedraaid
- had ingedraaid
- had ingedraaid
- hadden ingedraaid
- hadden ingedraaid
- hadden ingedraaid
o.t.t.t.
- zal indraaien
- zult indraaien
- zal indraaien
- zullen indraaien
- zullen indraaien
- zullen indraaien
o.v.t.t.
- zou indraaien
- zou indraaien
- zou indraaien
- zouden indraaien
- zouden indraaien
- zouden indraaien
en verder
- ben ingedraaid
- bent ingedraaid
- is ingedraaid
- zijn ingedraaid
- zijn ingedraaid
- zijn ingedraaid
diversen
- draai in!
- draait in!
- ingedraaid
- indraaiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for indraaien:
Verb | Related Translations | Other Translations |
eindrehen | indraaien; inschroeven | draaien; hoger draaien; keren; omdraaien; omhoogdraaien; opdraaien; verhelpen; wenden |
einschrauben | indraaien; inschroeven |