Dutch
Detailed Translations for intensiveren from Dutch to German
intensiveren:
-
intensiveren (versterken; aanscherpen; toespitsen; verhevigen)
verstärken; intensivieren; stärken; verschärfen-
intensivieren verbe (intensiviere, intensivierst, intensiviert, intensivierte, intensiviertet, intensiviert)
Conjugations for intensiveren:
o.t.t.
- intensiveer
- intensiveert
- intensiveert
- intensiveren
- intensiveren
- intensiveren
o.v.t.
- intensiveerde
- intensiveerde
- intensiveerde
- intensiveerden
- intensiveerden
- intensiveerden
v.t.t.
- heb geïntensiveerd
- hebt geïntensiveerd
- heeft geïntensiveerd
- hebben geïntensiveerd
- hebben geïntensiveerd
- hebben geïntensiveerd
v.v.t.
- had geïntensiveerd
- had geïntensiveerd
- had geïntensiveerd
- hadden geïntensiveerd
- hadden geïntensiveerd
- hadden geïntensiveerd
o.t.t.t.
- zal intensiveren
- zult intensiveren
- zal intensiveren
- zullen intensiveren
- zullen intensiveren
- zullen intensiveren
o.v.t.t.
- zou intensiveren
- zou intensiveren
- zou intensiveren
- zouden intensiveren
- zouden intensiveren
- zouden intensiveren
en verder
- is geïntensiveerd
diversen
- intensiveer!
- intensiveert!
- geïntensiveerd
- intensiverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for intensiveren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
intensivieren | aanscherpen; intensiveren; toespitsen; verhevigen; versterken | |
stärken | aanscherpen; intensiveren; toespitsen; verhevigen; versterken | aansterken; stijf maken; stijven |
verschärfen | aanscherpen; intensiveren; toespitsen; verhevigen; versterken | aanhalen; verscherpen |
verstärken | aanscherpen; intensiveren; toespitsen; verhevigen; versterken | bezwaren; consolideren; gewicht toevoegen; sterken; sterker maken; sterker worden; versterken; verstevigen; verzwaren; zwaarder maken |
Wiktionary Translations for intensiveren:
intensiveren
verb
-
transitiv: etwas verstärken, steigern, intensiver gestalten