Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Translate ledigheid

Translate ledigheid from Dutch to German

Summary

Dutch to German: more detail...

ledigheid:
- Leerheit; Öde; Leere
ledig:
- leer; ledig; unbesetzt; frei; offen
Wiktionary:
- ledigheid → Müßiggang
- ledig → leer, unvermögend

Dutch

Detailed Translations for ledigheid from Dutch to German

ledigheid:

ledigheid [de ~ (v)] nom

de ledigheid (leegte)
die Leerheit; die Öde; die Leere
- Leerheit [die ~] nom
- Öde [die ~] nom
- Leere [die ~] nom

Translation Matrix for ledigheid:

Noun	Related Translations	Other Translations
Leere	ledigheid; leegte	lacune; leegte; leemte
Leerheit	ledigheid; leegte
Öde	ledigheid; leegte	troosteloze omgeving

Related Words for "ledigheid":

ledig

Wiktionary Translations for ledigheid:

ledigheid

noun

dauerhafte Untätigkeit (in der Umgangssprache negativer besetzt als Muße)
- Müßiggang → ledigheid

ledig:

ledig adj

ledig (leeg; onbezet)
leer; ledig; unbesetzt; frei; offen
- leer adj
- ledig adj
- unbesetzt adj
- frei adj
- offen adj

Translation Matrix for ledig:

Adjective	Related Translations	Other Translations
frei	ledig; leeg; onbezet	bandeloos; benaderbaar; beschikbaar; disponibel; frank; genaakbaar; gratis; in vrijheid; kosteloos; losbandig; niet belast; onafhankelijk; onbedekt; onbelast; onbelast inkomen; onbewoond; ongebonden; ongebreideld; ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; onoverdekt; onverplicht; onverstoord; open; pro deo; rechttoe; spontaan; toegankelijk; uit vrije wil; vacant; voor niets; vrij; vrij van schulden; vrijuit; vrijwillig; zonder kosten
offen	ledig; leeg; onbezet	benaderbaar; contemplatief; cru; eerlijk; frank; genaakbaar; genereus; goedgeefs; gul; mild; niet beschroomd; niet dicht; onbedeesd; onbeschroomd; onbewimpeld; onbewoond; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; rechtschapen; rechttoe; rechttoe rechtaan; ronduit; royaal; ruimhartig; ruiterlijk; scheutig; stoutmoedig; toegankelijk; vrijgevig; vrijmoedig; vrijpostig
Modifier	Related Translations	Other Translations
ledig	ledig; leeg; onbezet	onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; onbewoond; ongebruikt; ongehuwd; ongeopend
leer	ledig; leeg; onbezet	blanco; glazig; hol; ijdel; inhoudsloos; leeg; loos; nietszeggend; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; onbeschreven; onbewoond; ongebruikt; ongeopend; ongevuld; oningevuld; uitdrukkingsloos; vrij; wazig; wezenloos; zonder inhoud; zonder taak
unbesetzt	ledig; leeg; onbezet	in vrijheid; onbewoond; vrij

Related Words for "ledig":

ledigheid, lediger, ledigere, ledige

Wiktionary Translations for ledig:

Cross Translation:

From	To	Via
• ledig	→ leer; unvermögend	↔ vide — Qui ne contenir rien ; qui est totalement dépourvoir de.